In 2006 debuteerde Joachim Trier (1974) met
Reprise, een aangrijpende film over twee jeugdvrienden die het beiden hopen
te maken als schrijver. In 2011 volgde
Oslo, August 31st, over een intelligente jongeman die wanhopig op zoek is
naar redenen om te blijven leven. En in 2015 Louder Than Bombs, Triers eerste
Engelstalige film. Daarin volgen we een vader en zijn twee zoons, de een
halverwege de twintig en zelf net vader geworden, de ander veertien.
Het gezin hangt als los zand aan elkaar sinds de moeder, een wereldberoemde
oorlogsfotografe, twee jaar geleden zelfmoord heeft gepleegd. Dat laatste weet
de jongste zoon trouwens niet. Hij denkt dat haar dood een ongeluk was. En
niemand durft hem de waarheid te vertellen, omdat hij al genoeg met zichzelf in
de knoop zit. Louder Than Bombs ging vorig jaar mei in première op het festival
van Cannes, waar de film werd geselecteerd voor de hoofdcompetitie en meedong
naar de Gouden Palm.
Dit is uw eerste film in het Engels, zodat
er ineens een enorm blik met Engelstalige acteurs openging. Hoe was dat?
Trier: ‘Ik heb altijd al een film in het Engels willen maken. Niet omdat ik zo
nodig met de grote supersterren wil werken, maar omdat er in Engeland en Amerika
zo ontzettend veel goede acteurs rondlopen. Veel meer dan in Noorwegen. En ook
omdat ik een familiedrama wilde maken zoals ik ze nog van vroeger ken. Films als
The Breakfast Club van John Hughes, bijvoorbeeld, wat in feite Ingmar
Bergman op een highschool is, of
Kramer vs. Kramer, dat over scheiden ging in een tijd waarin scheidingen
ineens aan de orde van de dag waren. Amerikaanse films met echte mensen en
geloofwaardige conflicten, die ik herkende uit mijn eigen leven.’
Uw film speelt zich ook deels af op een highschool. Moest u dat nog researchen?
‘Grappig genoeg wel. Ik heb – net als bijna iedereen in Europa – heel veel
highschoolfilms gezien, maar wilde er wel zeker van zijn dat die ook klopten.
Mijn portret van Amerika kon natuurlijk nooit een vals portret zijn, dat zou
verschrikkelijk zijn. Dus zat ik ineens naast het sportveld als een antropoloog
aantekeningen te maken in een opschrijfboekje. Kijken of cheerleaders echt in de
lucht worden gegooid. En ja hoor: het gebeurt echt! Ik was voor mijn film ook
op zoek naar een authenticiteit die je zelden in Amerikaanse highschool-films
tegenkomt. Want daarin worden meestal twintigplussers gecast, die dan met
geknepen stemmetjes doen alsof ze nog tiener zijn. Ik heb alleen echte tieners
gecast. Ik wilde zo een soort naturalisme toevoegen aan het beeld dat we
doorgaans van de Amerikaanse highschool krijgen voorgeschoteld.
Witte, hoogopgeleide mensen met problemen. Ze zijn een beetje verdacht de laatste tijd, maar ze bestaan ook. En de Noorse filmmaker Joachim Trier maakt er films over.
Waarom is Isabelle, de moeder, een oorlogsfotografe?
‘Omdat het mooi
past bij het thema van de film. Ik heb veel research gedaan naar het beroep van
oorlogsfotograaf. Niet omdat dat daar veel van in de film zou terugkomen, maar
omdat ik wilde dat haar personage genuanceerd zou zijn, specifiek. Ik ontdekte
dat de afwezigheid van oorlog een van de sterkste elementen is in
oorlogsfotografie. De beste oorlogsfoto’s tonen niet het conflict, maar de
gevolgen van het conflict. Het leven na de bommen. Dan pas kan je zien wat
oorlog met mensen doet. Het probleem van Isabelle is dat ze leeft in een sterk
geïndividualiseerde omgeving, waarin ze moet kiezen tussen haar huwelijk en haar
werk. Werk waar ze eigenlijk verslaafd aan is. Ze is vaak van huis en voelt
telkens wanneer ze thuiskomt dat haar gezin wel van haar houdt, maar haar
eigenlijk niet nodig heeft. En dat drukt zwaar op haar.’
Het
gaat in uw films vaak over fundamentele, existentiële zaken, maar toch houdt u
de emoties vaak klein. Waarom?
‘Ik word vaak geraakt door de
tegenstrijdige manier waarop mensen hun emoties proberen te verbergen. Je weet
wel: een glimlach, terwijl iemand eigenlijk wil huilen. Ik ben gefascineerd door
het indirecte van menselijk gedrag. Door onze wanhopige pogingen om chaos tegen
te gaan. Natuurlijk zitten er ook emotionele momenten in mijn film, maar die
doseer ik liever. Ook al zou het veel makkelijker zijn geweest om de volumeknop
de hele tijd maar open te draaien.’
Stilte is ‘louder than bombs
’…
‘Precies. (lachend) Dat had ik eigenlijk moeten zeggen. Louder
Than Bombs gaat over mensen die dicht op elkaar leven en toch geen contact
kunnen maken. Juist vanwege de stilte, vanwege al die dingen die niet gezegd
worden. Mij wordt vaak gevraagd of de titel van mijn film een referentie is aan
het album van The
Smiths dat zo heet, maar voor mij is het vooral een verwijzing naar het
gebrek en tegelijk de grote behoefte aan contact in relaties. Iets waar heel
veel mensen mee te maken hebben. Niet alleen mijn personages.’