In de vroege ochtend van 23 mei 2010 fietst de 22-jarige Tonio van der Heijden na een feest in Paradiso naar zijn studentenhuis in De Baarsjes. Op de hoek van de Hobbemastraat en de Stadhouderskade wordt hij geschept door een auto. Tonio wordt in allerijl naar het ziekenhuis gebracht, maar overlijdt nog diezelfde dag.
Exact een jaar later, op 23 mei 2011, wordt Tonio. Een requiemroman uitgebracht, geschreven door Tonio’s vader A.F.Th. van der Heijden. Aan Coen Verbraak van Vrij Nederland laat Van der Heijden later over de dood van zijn enige kind weten: ‘Het was schrijven voor of over Tonio, of in het geheel niet schrijven.’
Tonio. Een requiemroman wordt een succes, zowel in artistiek als in commercieel opzicht. Van der Heijden wint de Libris Literatuurprijs en de ns Publieksprijs. Op 6 september 2016 wordt bekendgemaakt dat Tonio, de verfilming van Van der Heijdens requiemroman, de Nederlandse inzending zal zijn voor de Oscars. Regisseur van de film is Paula van der Oest (1965).
Meestal schrijft u zelf het scenario van uw films. Voor Tonio lag het scenario al klaar en werd u door producent Sytze van der Laan gevraagd om de film te regisseren. Wat was uw eerste reactie?
Van der Oest: ‘Dat ik het niet wilde doen. Dat boek is bijna heilig voor een hoop mensen. Zo rauw en persoonlijk. Van zo’n grote schrijver. En dan ook nog over rouw, waar een enorm taboe op rust. Het was vragen om problemen. En juist dat maakte het aantrekkelijk voor mij.’
Waarom?
‘Er zit voor mij iets aantrekkelijks aan dingen die moeilijk zijn. Ik kan natuurlijk ook afleveringen gaan regisseren van een tv-serie die al jaren loopt, maar ik doe liever iets wat ik nog niet eerder heb gedaan. Alleen heb ik zelf een zoon van negentien, en toen ik eenmaal had besloten de film te doen, had ik toch iets van: Zal je net zien...’
Echt?
‘Dat heb ik nog steeds! Ik moet het ook altijd even afkloppen, snap je?’
Ik heb een zoon van zeventien, maar ik kan me niet ineens door bijgeloof laten leiden, want ik ben atheïst.
‘Heel principieel, maar ik doe het wel.’ Van der Oest klopt op de zijkant van de tafel waar we aan zitten. ‘Het is toch het afgrijslijkste wat je als ouder kan overkomen.’