Geen Oscar, maar wel een Oscarnominatie voor het fascinerende Deense oorlogsdrama Krigen (letterlijk: ‘oorlog’, internationale titel A War). Het verhaal: Claus M. Pedersen is commandant van een VN-eenheid in Afghanistan. In het begin van de film leren we hem kennen als een ervaren en nuchtere militair. Wanneer zijn eenheid onder vuur komt te liggen en een van zijn mannen zwaar gewond raakt, roept Claus luchtsteun in om een nabij gelegen gebouw met de grond gelijk te maken. Achteraf blijkt dat dat gebouw een school was en er elf burgerslachtoffers zijn gevallen. Bij terugkeer in Denemarken heeft Claus dan ook veel uit te leggen. Aan zijn vrouw en kinderen, aan de militaire rechtbank die wil weten wat zich precies heeft afgespeeld, en niet in de laatste plaats aan zichzelf.
Regisseur van deze intrigerende film is Tobias Lindholm (1977), die vooral als schrijver bekend is vanwege zijn scenario’s voor onder meer Submarino, Borgen en Jagten. Vorig jaar september was Lindholm in Venetië, waar de film zijn wereldpremière beleefde.
Over deze film zei u dat u het fenomeen oorlog beter wilde leren begrijpen. Waarom wilde u dat?
Lindholm: ‘ Als mensen het over oorlog hebben, gaat het al gauw over de vraag of je voor of tegen bent. Dat boeit me niet. Een gesprek over oorlog zou moeten gaan over alles wat daar tussen ligt.’
En, begrijpt u oorlog nu beter?
‘Ik snap de mensen in een oorlog beter. En de complexiteit van elke beslissing die ze moeten nemen. Dat wil niet zeggen dat ik altijd begrijp waarom mensen doen wat ze doen, maar wel dat de omstandigheden vaak heel complex zijn. En dat het daarom zo moeilijk is om juist te handelen in een oorlog. Neem mijn film. Een van de soldaten is in zijn nek geschoten. Willen we hem redden? Ja! Maar dan vallen er burgerslachtoffers... Willen we hem nog steeds redden? Mmm, even denken. Maar dat kan niet, want de kogels fluiten om je horen en je moet in een fractie van een seconde een beslissing nemen. Ik vraag me af of je dat überhaupt van iemand kan verlangen. Dat is de wrede werkelijkheid van oorlog, en dat heb ik door deze film beter leren begrijpen.’
Het drama Krigen van de Deen Tobias Lindholm gaat over de complexe werkelijkheid van oorlog. ‘De kogels fluiten je om de oren en je moet in een fractie van een seconde een beslissing nemen.’
Goed of slecht is zoveel makkelijker…
‘Ik begrijp ook wel dat we ons daar aan blijven vasthouden, want daartussenin is het chaos. En in chaos is het zwaar toeven. Maar het is wel de menselijkste plek, en ook de plek waar filmmakers zich zouden moeten ophouden. Ik weet nog dat ik een paar jaar terug Precious zag. Ik ben een slanke, blanke man uit Scandinavië , maar twee uur lang was ik een dik, zwart meisje uit New York. En doordat ik die twee uur haar leven leidde, werd ik een beter mens. Ik hoop dat je dat gevoel ook krijgt bij mijn film.’
Hoe bereidde u uw acteurs voor op uw visie?
‘Ik heb het veel met hoofdrolspelers Pilou Asbæk [die commandant Pedersen speelt] en Tuva Novotny [zijn vrouw Maria] gehad over het feit dat ze niet maar één element van het verhaal moesten spelen. Vooral de gesprekken met Tuva waren interessant, want ik had hiervoor nog nooit echt met een vrouw gewerkt. Mijn eerste film, R, speelde zich af in een gevangenis, en nummer twee, Kapringen, op een schip. Maria’s verhaal mocht geen voetnoot zijn, want ik wilde in Krigen evenwicht tussen de verhalen in Afghanistan en thuis. Tuva en ik hebben het veel gehad over dat Maria geen slachtoffer is van de beslissing van haar man, maar dat ze daar zelf onderdeel van uitmaakt. Haar gevoelens mochten niet gesimplificeerd worden, opdat de kijker haar beter zou begrijpen. Die gevoelens moesten juist steeds complexer worden. Zo complex, dat je er onmogelijk nog een moreel oordeel over kon vellen. Want is wat zij uiteindelijk in de film doet nou goed of slecht? Geen idee, maar het is heel menselijk.’
De hoofdrollen zijn voor professionele acteurs, maar de mannen in Pilous eenheid worden gespeeld door echte soldaten. Waren ze makkelijk over te halen?
‘De meeste mensen willen graag hun verhaal vertellen , en als je ze er naar vraagt zeggen ze al gauw ja. Maar in dit geval gaat het over een gesloten gemeenschap. Soldaten praten niet graag over hun collega’s. Het was dus niet makkelijk om iemand te vinden die wilde meewerken. Martin Tamm Andersen was in 2010 in Afghanistan en hij was de eerste die ja zei. Omdat hij in het project geloofde, volgden er al snel meer. Ik probeer altijd eerlijk te zijn en beloofde ze niets. Alleen dat ik eerlijk zou zijn.’
Wat op zich al een flinke belofte is…
‘Zeker. Daarom maakte ik me ook maar zorgen over twee screenings. Die voor de soldaten en die voor het gezin van Pilou, want zij denken altijd dat ik hem niet goed behandel. Haha.’
Moest u de film eerst voorleggen aan het leger?
‘Nee. We hebben ook nooit iets hoeven ondertekenen. We hebben ze wel netjes toestemming gevraagd of we onder de soldaten mochten casten, maar ze hadden niets te zeggen over het eindproduct. Ze begrepen het belang van deze film ook wel. Want hopelijk kunnen we het nu eindelijk hebben over wat de politici van onze soldaten vroegen, toen ze hen twaalf jaar geleden naar Afghanistan stuurden.’