‘Buurman, wat doet u nu?’ Roep het tegen een willekeurige man van net boven de veertig, en reken maar dat ie weet waar je het over hebt: de rondborstige Tatjana Šimic op de motorkap in de schuur van de buurman. Een iconische scène uit de jaren tachtig-komedie Flodder. Niet subtiel, maar sexy, zeker voor pubers van toen onvergetelijk.
Regisseur van die film – en ook producent, scenarioschrijver en componist – is Dick Maas (1951), die naast megahit Flodder (ruim 2,3 miljoen bezoekers) ook verantwoordelijk was voor onder meer De lift, Amsterdamned, Moordwijven en Sint.
Maas heeft in zijn 33-jarige loopbaan elf films gemaakt, waar in totaal meer dan zeven miljoen bezoekers naartoe zijn gegaan. Het geheim van zijn succes heeft hij nu beschreven in een boek met, drie keer raden welke titel, Buurman, wat doet u nu?
Het is een lijvig boek geworden dat, zoals het voorwoord al belooft, vol staat met ‘allerlei praktische info voor aspirant-regisseurs, wat kijkjes achter de schermen, waardevolle tips en anekdotes over de leuke kanten van het filmen, maar ook over de valkuilen.’