Zo heel eenvoudig is het niet om ‘Juf Kiet’ Engels te spreken te krijgen. Na haar verschijning in de veelgeprezen documentaire De kinderen van juf Kiet, die op het jongste IDFA in première ging, is ze een veelgevraagde gast op Pabo’s en voor diverse media. De schooljuf, die dagelijks voor een klasje vluchtelingenkinderen staat, weet wat ze wil. Wie haar wil bereiken kan een mailtje sturen, of desnoods een bericht achterlaten op haar werkplek: basisschool Het Palet in het Brabantse dorpje Hapert. Maar onderwijs gaat altijd voor. Nieuwsuur is te laat, want ze moet de volgende dag weer voor de klas staan. Voor SBS 6 was ook geen tijd: juf Kiet had oudergesprekken. De VPRO Gids heeft meer geluk. Engels: ‘Het is mijn vaste doorwerkavondje, dus zo’n interview kan best eventjes tussendoor.’
Bevlogen lerares
Met juf Kiet vonden regisseursechtpaar Petra Lataster-Czisch en Peter Lataster (Niet zonder jou) precies die bevlogen lerares die ze voor ogen hadden toen ze het plan opvatten een Nederlandse versie van de Franse onderwijsklassieker Être et avoir (2002) te maken. Op hun verzoek tot medewerking, verstuurd naar een netwerk voor basisschooldirecties, ontvingen zij een bijzondere brief: twee kantjes vol lof over juf Kiet, geschreven door directeur Gerard Smetsers. Zij had op zijn school haar eigen instroomklas opgezet met kinderen van nieuwkomers en asielzoekers uit onder andere Somalië, Eritrea en Syrië. Engels blijft er bescheiden onder: ‘Zo bijzonder vind ik mezelf helemaal niet. De vluchtelingenkinderen uit de omgeving hadden een veel te lange reistijd om op school te komen. Er móest iets gebeuren, we zijn er gewoon in gesprongen. Inmiddels hebben we al drie neveninstroomklassen.’
De Latasters kwamen kijken in Engels’ klasje, er was een klik. Met toestemming van de ouders is een jaar lang – op ooghoogte van de gemiddelde zevenjarige – gefilmd. We zien vrolijke, expressieve gezichtjes die verliefd zijn, de juf voor de gek houden, of kibbelen over een verdwenen etui. Maar wie langer kijkt ziet dat het verdriet soms als uit het niets over de randen kan klotsen. Grappenmaker Jorj heeft wallen onder zijn ogen omdat hij in zijn slaap wordt herinnerd aan de bombardementen in Syrië. Jongere broertje Maksem klampt zich huilend aan Jorj vast, als hij heel eventjes de klas moet verlaten voor een extra les Nederlands. Haya is een meesteres in het verhullen van angst achter felheid en bravoure. En tussen al deze heftige emoties is juf Kiet als een sterke eik: geworteld, met duidelijke regels – er wordt géén Arabisch gesproken in de klas, buiten mogen ze hun eigen taal spreken – en structuur, af en toe een beetje meedeinend met de wind. Engels: ‘Ik wil kinderen weer in hun kracht zetten: je kunt het wél.’