Bijna twintig jaar na zijn met een Oscar bekroonde debuutfilm, Karakter, kwam regisseur Mike van Diem in 2015 dan toch met een tweede film, De surprise. Groot is de verrassing dat hij nu, amper twee jaar later, al met nummer drie komt, Tulipani.
De film vertelt het verhaal van de Zeeuwse boer Gauke, die na de Watersnoodramp van 1953 nooit meer natte voeten wil en naar een bergdorpje in het zuiden van Italië vertrekt. Daar groeit de eigenzinnige tulpenkweker uit tot een mythische figuur.
U nam het project over van Marleen Gorris. Waarom?
Mike van Diem: ‘Marleen moest er twee dagen nadat de opnamen waren begonnen mee stoppen. Burn-out. Daarna heeft haar assistent Annemarie van de Mond het overgenomen en nog wat scènes gedraaid. Onder buitengewoon moeilijke omstandigheden, mag ik wel zeggen, want de Italiaanse coproducenten waren niet blij. Op een gegeven moment hebben ze er de stekker uit getrokken. Ze hadden niet het idee dat Marleen zou terugkeren en hadden iets van: jullie beloofden ons een Oscarwinnaar [Gorris won in 1996 een Oscar voor Antonia, GB] en die is er nu niet meer. We trekken ons terug.’’
Gelukkig heeft Nederland nog een Oscar-winnaar…
‘Twee maanden nadat zij moesten stoppen, werd ik gebeld met de vraag of ik het kon overnemen. Ik had vier weken de tijd. Daarin heb ik het script op veel punten herschreven, want net als Marleen ben ik geen hired gun, maar een regisseur met een eigen visie. Ik wilde er wel mijn eigen draai aan kunnen geven.’
Waarom zei u ja?
‘Er waren verschillende vrienden van me bij de film betrokken, dus het was ook een beetje een vriendendienst. Bovendien had ik zin om weer een film te maken. Ik had wel trek in een avontuur. In een vlaag van verstandsverbijstering heb ik toen “ja” gezegd. Want eigenlijk kon het niet. Er was veel te weinig tijd, maar aan het eind van die vier weken lag er toch een script waarvan ik dacht: dit kan best leuk worden. Uiteindelijk vingen we nog twee keer bot bij de Italianen, pas bij de derde poging kregen we dan toch een “ja”. Alles bij elkaar heeft de film een jaar stilgelegen. Maar elk nadeel heeft zijn voordeel, want in die tijd heb ik al het aanwezige materiaal – dat we wel moesten gebruiken, omdat het zulke dure shots waren – uitvoerig kunnen bestuderen. Ik wist precies hoe ik die beelden, die uiteindelijk een kwart van de film uitmaken, het best kon gebruiken.’