Het hoge noorden moet regisseur Boudewijn Koole goed zijn bevallen, want na de W.F. Hermans-verfilming Beyond Sleep heeft hij er weer een film opgenomen. Verdwijnen draait om de Nederlandse Roos (Rifka Lodeizen), een vrijgevochten fotograaf die de verjaardag van haar halfbroertje komt vieren in de Noorse uithoek waar haar moeder (Elsie de Brauw) al jaren woont. Het vorige bezoek van Roos liep uit op knallende ruzie.
Verdwijnen heeft veel moois te bieden, maar met stip bovenaan staat de hoofdrol van Lodeizen. Kort na haar bejubelde optreden in de bestsellerverfilming Tonio bewijst de 44-jarige actrice wederom haar grote talent voor het kleine gebaar.
Lodeizen was vanaf het prille begin bij de film betrokken, vertelt ze: ‘Ik kende Boudewijn niet persoonlijk, maar hij nodigde mij en Elsie uit om een dag te komen improviseren naar aanleiding van een eerste versie van het script, dat hij met scenarist Jolein Laarman had geschreven. Dat werkte erg goed, diverse ideeën die toen ontstonden zijn in de uiteindelijke film beland. Ik dacht: leuk, nu mag ik die rol vast gaan spelen. Maar tot mijn verbazing moest ik vervolgens gewoon nog auditie doen. Nou ja, daarna wist ik in ieder geval zeker dat Boudewijn mij echt het meest geschikt vond.’
En toen mocht u wekenlang gaan koukleumen in de sneeuw.
‘We waren bijna twee maanden in Noorwegen. Het was daar geweldig, met een heel fijne club mensen, maar inderdaad akelig koud. Met als dieptepunt de dag waarop ik tot twee keer toe naakt in een wak moest springen – alsof je door duizend messen wordt gestoken.’
Er zitten nog meer naaktscènes in de film, waaronder een vrij expliciete seksscène. Hoe was dat voor u?
‘Dat vind ik altijd vreselijk. Ik heb een paar jaar geleden tegen mijn agent gezegd dat ik eigenlijk geen seksscènes meer wil doen, maar dat heeft niet erg geholpen, want sindsdien lijk ik er meer te spelen dan ooit tevoren. (lacht) Ach, het gaat in dit geval om een belangrijk moment, echt een schakelpunt in het verhaal, dus ik dacht: vooruit maar. Toen Boudewijn me vooraf liet zien hoe hij het wilde aanpakken, aan de hand van voorbeelden uit andere films, schrok ik wel even hoor. Het moest echt bloot, realistisch, niet met een smaakvol lampje erop en wat strategisch geplaatste voorwerpen in beeld. Het was een pittige opnamedag, maar ik kan goed leven met het resultaat. Als je met zoiets instemt, moet je het loslaten en erop vertrouwen dat de regisseur net als jij gewoon iets moois wil maken. En het zal vanzelf wel een keer ophouden met dat bloot – op een gegeven moment wil niemand je zo meer zien, toch?’