De film speelt zich af vlak voor de Egyptische Revolutie van 2011. Is de corruptie onder de politie nu minder?
TS: ‘Ik heb geen getallen, maar toen ik in Caïro research voor de film deed, zag ik de politie op straat gewoon openlijk geld aannemen. Een jaar na de revolutie hield de politie zich nog rustig. Het leger had de handhaving van de openbare orde toen min of meer overgenomen. Maar de mensen begonnen zich onveilig te voelen, omdat Egypte een politiestaat is. Ze waren gewend dat er op elke straathoek een politieman stond en ze misten de politie!
Als je in Cairo een zaak wil beginnen moet je weten welke politieman je moet afbetalen, want het zijn er een heleboel. Je moet dus zorgen dat je de machtigste vindt. Veel winkeltjes daar zijn ook van politiemensen, dat is eigenlijk hun echte werk. Daar zitten ze het liefst de hele dag. Heel af en toe doen ze ook nog wat politiewerk.’
Die corruptie wilde u met deze film aan de wereld laten zien?
‘Nee hoor, want dat is overal ter wereld hetzelfde. Wat mij in dit verhaal interesseerde – want het is gebaseerd op de werkelijkheid – is dat iedereen de moord op de prostituee aangrijpt om er zelf beter van te worden. In een maatschappij die niet corrupt is, zal het normale instinct zijn de moord op te lossen. Maar in een door en door corrupte maatschappij kijk je alleen maar hoe die moord jou voordeel kan opleveren.
Begrijp me goed, ik ben gek op Egypte. Ik zeg dan ook niet met een opgeheven vinger dat Egypte corrupt is, ik wil onderzoeken waaróm Egypte corrupt is. En dat komt, denk ik, omdat het land al zo’n beetje sinds de farao’s gekoloniseerd wordt. Daardoor is er een parallelle maatschappij ontstaan. Omdat niemand de machthebbers vertrouwt, doet niemand iets langs de officiële weg. Alles gaat via via. Als zoiets al honderden jaren gebeurt, dan wordt zo’n systeem heel sterk. Dat is na de revolutie van 2011 ook niet zomaar veranderd. Zoiets kost tijd. Dat parallelle systeem functioneert nog steeds.
In alle landen die ooit gekolonialiseerd zijn geweest – of het nou Egypte is of Brazilië, of Zuid-Italië – weet je wie je moet betalen om iets voor elkaar te krijgen. In Egypte wordt het woord voor vriendjespolitiek, wasta, dan ook niet gezien als een negatief begrip. Een Egyptenaar ziet de wasta als een gunst.
Stel, ik moet papieren halen in Mugamma, dat is een enorm Oost-Europees overheidsgebouw midden op het Tahrirplein in Caïro. Als dat gebouw kon spreken, zou het zeggen: “Kom morgen maar terug.” Als ik daar heen zou gaan om een paspoort te regelen, of een bepaalde stempel te halen, zou ik een oom vragen of hij nog een wasta had te incasseren in Mugamma. Zodat ik daar niet drie dagen lang van het kastje naar de muur word gestuurd, maar binnen een uur weer buiten sta. Het is verschrikkelijk, maar het werkt.’