'Geluk bestaat hier niet. Geluk heb je in de stad. Of iemand op tijd stopt voor een stoplicht, of het jouw bank is die beroofd wordt, of iemand op zijn mobiel kijkt wanneer hij oversteekt… Geluk bepaalt of je wint of verliest. Hier overleef je of geef je het op. En dat hangt af van hoe sterk je bent. Geestelijk en lichamelijk. Wolven doden geen herten die pech hebben, ze doden de zwakke dieren.’
Dat zegt jachtopziener Cory (Jeremy Renner) in Wind River, een harde misdaadthriller waarin Cory samen met FBI-agente Jane (Elizabeth Olsen) een moord op een jonge vrouw moet oplossen in indianenreservaat Wind River in Wyoming. Het is hartje winter en het uitgestrekte Wyoming is koud, guur en onverbiddelijk.
Wind River is – na Sicario (2015) en Hell or High Water (2016) – het slotdeel van een trilogie over de Amerikaanse frontier van schrijver/regisseur Taylor Sheridan (1970). Sheridan schreef de scenario’s voor alle drie de films, maar regisseerde alleen Wind River, omdat die film zich goeddeels afspeelt in een indianenreservaat; zelf woonde Sheridan ook jaren in een reservaat en hij heeft er veel vrienden; het verhaal was hem te dierbaar om het af te staan aan een andere regisseur. Ook al hadden Denis Villeneuve (Sicario) en David Mackenzie (Hell or High Water) fantastische, prijswinnende films afgeleverd.
Rode draad in Sheridans frontier-trilogie is het recht van de sterkste. Zoals eerdergenoemde quote al duidelijk maakt, denkt Sheridan niet dat reguliere wetten nog gelden aan de rafelranden van de beschaving. ‘Mij fascineert het dat je daar nog zelf moet bepalen wat moreel handelen is en wat niet. Wat doe je als het om leven en dood gaat? Dan pas weet je wie je bent.’