Tot het einde van de wereld vertelt een intiem verhaal over Marie, het dochtertje van een drankverslaafde vader (Juda Goslinga). Vader verdwijnt soms zomaar, of is niet aanspreekbaar. Zijn onberekenbaarheid en de onzekerheid van de situatie zijn ontwrichtend en maken het meisje angstig. Toch houdt ze ook van hem. Deze complexe emotionele dualiteit wordt verbazend overtuigend neergezet door de 9-jarige Linde van der Storm. In haar juryrapport prijst de jury van de KNF Award zowel de emotionele diepgang van de film als de kwaliteit van regie, spelregie, casting en camerawerk.
Hoe kom je op dit onderwerp?
‘Zowel ikzelf als mensen uit de crew hebben op verschillende manieren van dichtbij gezien welke impact verslaving kan hebben op een gezin. Daaruit komt de urgentie voort die we voelden om dit verhaal te vertellen. Daarbij vonden we het belangrijk om een genuanceerd beeld te geven, voorbij de clichés. In onze film gaat het vooral over het gevoel van onveiligheid dat het kind ervaart. Dat wilden we invoelbaar maken.’
Van angst en onzekerheid tot somberheid en eenzaamheid, alle emoties staan op dat gezichtje te lezen. Knap dat je deze diepgang hebt bereikt bij zo’n jong kind. Hoe is je dat gelukt?
‘Toen we gingen casten was zij de eerste die we vonden. Voor de vorm hebben we nog doorgezocht, maar we kwamen steeds weer bij haar terug. Ik voelde zo’n klik met haar. Meteen in de teaser die we opnamen, was ze overtuigend. Daarin slaat ze haar vader heel hard. De blik die ze daar in haar ogen had, was zo exact wat ik zocht. Onze aanpak richtte zich vooral op het creëren van een veilige situatie voor haar. Omdat ze pas 9 is, is ze te jong om de emotionele kant van de zaak verbaal uit te leggen, want dat begrijpt ze nog niet. Dus je moet wat anders verzinnen. We hebben veel oefeningen gedaan om de band tussen Juda en haar zo echt mogelijk te laten voelen. En veel tijd gestoken in de voorbereiding van het heftigste moment van de film voor haar, waarin Juda tegen haar staat te schreeuwen. We bereidden haar daarop voor door middel van spelsituaties. En we wisselden de rollen om, en lieten haar Boudewijn spelen. Zodat ze zou zien dat het niet echt was, en dat degene tegen wie geschreeuwd werd, inwisselbaar is. Zo kweekten we vertrouwen.’