Het is opvallend hoe vaak producent Klaas de Jong (1965) tijdens ons drie uur durende gesprek vertelt wat er allemaal mis is met de Nederlandse filmwereld. Zo is er te weinig reflectie, gaat het altijd over geld, en begrijpt hij niet waarom makers van auteursfilms maar niet willen begrijpen dat marketing niet het toverwoord is.
Het is het gelijk van de succesvolle producent van filmhits als Verliefd op Ibiza (675.000 bezoekers) en Michiel de Ruyter (850.000), maar ook de constatering van iemand die relatief nieuw is in het vak en zich oprecht verbaast over wat allemaal voor waar en onwrikbaar wordt aangenomen. Want tot begin 2000 werkte De Jong nog als manager van bands, onder meer De Kast en Twarres.
‘Ik ben min of meer per ongeluk producent geworden,’ zegt De Jong in het kantoor van zijn productiebedrijf Farmhouse vlakbij Leeuwarden. ‘Steven de Jong [geen familie, red.] had geld en organisatie nodig voor een Friese film, wat we wel konden bieden. De samenwerking beviel en we besloten een “echte film” te maken. Dat werd De schippers van de Kameleon (2003). En twee jaar later Kameleon 2. Alle twee waren ze de best bezochte Nederlandse film van hun jaar. Van het Filmfonds kreeg je daar toen nog een prijs voor. Een geldbedrag waarmee je nieuwe films mocht ontwikkelen. Acht in totaal, meen ik. Steven en ik hebben een verschillende smaak, dus verdeelden we die acht films. Hij vier en ik vier. Twee van de vier projecten die ik toen verzon, zijn inmiddels uitgevoerd: Michiel de Ruyter en nu dus Redbad.’