In 2014 werd het Belgische drama The Broken Circle Breakdown genomineerd voor een Oscar. En ineens gingen voor regisseur Felix van Groeningen (1977) allemaal deuren open in Hollywood. Door een van die deuren is hij gestapt, met als resultaat de film Beautiful Boy, een verslavingsdrama met Steve Carell en Timothée Chalamet in de hoofdrollen. Carell speelt Rolling Stone-journalist David Sheff en Chalamet diens achttienjarige zoon Nic.
Die Sheffs bestaan trouwens echt. De film is zelfs gebaseerd op twee boeken die zij – los van elkaar – hebben geschreven. David schreef Beautiful Boy: A Father’s Journey Through His Son’s Addiction (2008) en Nic schreef Tweak: Growing Up on Methamphetamines (ook uit 2008). Van Groeningen vlocht beide boeken in elkaar en de film volgt zowel David, die wanhopig probeert zijn zoon te helpen, als Nic, die eigenlijk niet geholpen wil worden. Een duidelijke verklaring voor Nics verslaving – hij is een mooie, slimme en getalenteerde jongen – wordt in de film niet gegeven. Zijn ouders zijn weliswaar gescheiden toen hij jong was, maar de band met zijn vader is goed. De beste verklaring komt nog van Nic zelf. Vóór de drugs was het alsof zijn leven zich afspeelde in zwart-wit, daarna werd het technicolor. Maar dat hij met de drugs lichaam en geest kapot maakt, snapt ook Nic.
En dus sleept hij zich van afkickpoging naar afkickpoging. Want, zo houden de hulpverleners vader en zoon steeds voor: ‘Terugval is onderdeel van herstel.’ Van Groeningen was ‘viscerally moved’ (letterlijk: lichamelijk aangedaan) toen hij beide boeken las. Aan de telefoon legt hij uit waarom hij daar zo heftig op reageerde. ‘Ik verloor me helemaal in mijn liefde voor die mensen. Ik voelde me deel van dat gezin. Het idee dat een verslaving zo’n gezin compleet kan overnemen voelde ik bijna lijfelijk. In mijn eigen leven heb ik namelijk ook mensen gekend die verslaafd waren. Familieleden ook. En door het lezen van die boeken begreep ik dat wij daar niet altijd even goed mee zijn omgegaan. Daarom wilde ik deze film ook graag maken, denk ik.’