Een man zit aan een tafeltje in een restaurant. Het is bijna alsof hij kantoor houdt. En inderdaad schuiven er regelmatig mensen bij hem aan. Iedereen die aanschuift, heeft een wens. Dat een doodziek kind blijft leven, bijvoorbeeld, of dat een dementerende echtgenoot weer bij zinnen komt. De man bladert even door een dik boek en vertelt dan welke tegenprestatie hij van ze verlangt om die wens in vervulling te laten gaan. Bij de vader van het doodzieke kind is dat: vermoord een ander kind.
Dit is het prikkelende gegeven van The Place, een psychologische thriller van de Italiaanse regisseur Paolo Genovese (1966), die half april te gast was op het Imagine Film Festival in Amsterdam.
The Place stelt de vraag: hoe ver zou je gaan om te krijgen wat je wil? Waarom is dat een belangrijke vraag voor u?
Genovese: ‘Omdat die vraag juist nu heel interessant is. Het dwingt je namelijk kritisch naar jezelf te kijken, in een tijd waarin we vooral bezig zijn – via sociale media – met het beoordelen en vaak ook veroordelen van anderen. Bovendien interesseert het me hoe rekbaar onze moraal is wanneer we in bedreigende of onvoorziene situaties terechtkomen. Want de mens is niet goed of slecht, de mens is goed of slecht afhankelijk van de situatie waarin hij zich bevindt. Neem de vader die een ander kind moet doden om zijn eigen kind te redden. Weet jij zeker dat je het nooit zou doen? Die vraag wilde ik het publiek voorleggen.’
Heeft u die vraag ook aan uzelf gesteld?
‘Zeker. En ik kwam erachter dat ik, net als iedereen, een duistere kant heb die ik nog niet ken. Ik kan oprecht zeggen dat ik niet weet wat ik zou doen als mijn kind doodziek was. Een van de belangrijkste zinnen in de film is afkomstig van de oude vrouw, die tegen de geheimzinnige man zegt dat er iets afschuwelijks in ons allemaal zit. En dat iedereen die nog niet ontdekt heeft wat dit is, een gelukkig mens is.’
Over die man gesproken. Dat is een man zonder naam, toch?
‘Inderdaad.’
Hij zou God kunnen zijn, de duivel, ons geweten…
‘Hij kan alles zijn wat je wil.’
Ook Paolo Genovese?
(lacht) ‘Ja ook. Maar belangrijk is dat je beseft dat de man voor iedereen weer anders is. Want iedereen maakt zijn eigen afwegingen bij moreel moeilijke keuzes. Misschien denk ik daarbij aan mijn geloof, aan God en de duivel, of misschien kijk ik diep bij mezelf naar binnen. Hij heeft geen naam, omdat hij voor iedereen weer iets anders is.’