'Weet je wat de ironie is, ik heb eigenlijk een hekel aan artiestennamen. Want zo ben ik niet. Dat is niet mijn stijl.'
Aan de telefoon vanuit Los Angeles spreekt acteur Willem Dafoe. Het gesprek vindt plaats naar aanleiding van zijn rol in het prachtige indiedrama The Florida Project, maar eerst wil ik weten waar de naam ‘Willem’ vandaan komt. Ik heb namelijk altijd aangenomen dat deze succesvolle en bijzonder productieve acteur van Nederlandse afkomst was, maar zag online dat hij in 1955 is geboren in Appleton, Wisconsin. Als William.
'Mijn vader heette ook William. Om ons niet door elkaar te halen, werd het bij mij al snel Willem. Ik wist toen nog niet dat het een Nederlands naam was. Sterker nog, ik was zo jong dat ik het niet eens kon spellen. Maar vanaf dat moment was ik Willem. Toen ik begon met acteren kende iedereen me ook zo. Ik had dat terug kunnen veranderen naar William of Bill, maar dat voelde juist alsof ik een artiestennaam zou aannemen. Ik heb overigens wel een sterke band met Nederland. Toen ik in de jaren zeventig met mijn theatergroep The Wooster ging toeren kwamen we ook terecht in Mickery, aan de Rozengracht in Amsterdam, toen het centrum van het experimentele theater. Daar zag ik gezelschappen uit de hele wereld voorbijkomen. Dat heeft heel sterk mijn smaak bepaald en hoe ik nu naar de wereld kijk.'
Dus toch een beetje van Nederlandse afkomst. In ieder geval als artiest…
Dafoe: 'En misschien nog echt ook, want niemand weet waar mijn achternaam vandaan komt. Dat zou zo maar eens een verbastering van een Nederlandse of Vlaamse naam kunnen zijn.'
Nu naar het prachtige The Florida Project, waarin u motelmanager Bobby speelt. De film werd opgenomen in een echt budgetmotel in Florida. Heeft regisseur Sean Baker u verteld waarom hij dat wilde?
'Als je het script leest, snap je meteen waarom. Deze neorealistische benadering is de enige manier om dit verhaal met enige authenticiteit te kunnen vertellen. Want zo konden we in contact komen met de mensen die daar echt wonen en konden we hun verhalen horen, zodat we geen bullshit movie zouden maken.'