Een van de beste films op het afgelopen festival van Cannes was het Franse Portrait de la jeune fille en feu. Een prachtig, intens en toch ingehouden portret van een ontluikende lesbische liefde.
In de achttiende eeuw krijgt de jonge schilder Marianne de opdracht een portret te schilderen van de vurige, eigenzinnige Héloïse. Opdrachtgever is Héloïses moeder, die dat portret nodig heeft om een mogelijke huwelijkskandidaat te overtuigen van de schoonheid van haar dochter. Maar Héloïse wil helemaal niet trouwen en weigert dan ook te poseren. Marianne wordt ingehuurd, zogenaamd om Héloïse gezelschap te houden, maar de bedoeling is dat ze overdag goed naar haar kijkt, zodat ze het portret ’s nachts stiekem kan schilderen. Maar Marianne kijkt niet alleen goed naar Héloïse, ze kijkt uiteindelijk ook heel goed naar zichzelf.
Regisseur van de film is Céline Sciamma (1980) en Héloïse wordt gespeeld door Adèle Haenel (1989). De twee leerden elkaar kennen op de set van Sciamma’s eerste film (Naissance des pieuvres, 2007) en hadden van 2014 tot 2017 een relatie.
Céline schreef de rol van Héloïse met u in gedachten. Betrok ze u ook bij het schrijfproces?
Haenel: ‘Nee, ze schrijft altijd alleen. Ze zei wel: “Ik ben nu met iets moois bezig. Wacht maar af, want deze rol schrijf ik speciaal voor jou.” Daarna heb ik nog vier jaar moeten wachten, maar uiteindelijk gebeurde het toch.’
Vroeg u onderweg nooit hoe het ermee stond?
‘Nee, want we respecteren elkaars tempo. En ik vertrouw haar meer dan wie dan ook.’
Moesten alle potentiële Mariannes eerst met u auditie doen, omdat al vaststond dat u Héloïse zou gaan spelen?
‘Ja. Maar ik kwam ze pas tegen in de tweede ronde. Céline deed de eerste ronde en degenen die overbleven moesten met mij een scène spelen.
Wist u meteen wie Marianne zou worden?
‘Ja. Ik wist dat Céline voor Noémie, red.] zou gaan. Omdat zij iets mysterieus heeft, je weet nooit precies wat er in haar omgaat. Daar houdt Céline van.’