Grote kanshebber bij de Democratische kandidaten voor de presidentsverkiezing van 1988 was senator Gary Hart. Hij lag in 1987 ruim aan kop bij de voorverkiezingen, totdat bleek dat de getrouwde Hart een verhouding had met de ruim twintig jaar jongere Donna Rice. Hart ontkende de affaire aanvankelijk en weigerde – ook toen er bewijzen boven tafel kwamen – verder op de zaak in te gaan, omdat hij het als een privékwestie zag. Het Amerikaanse volk oordeelde echter anders en Hart duikelde in de peilingen. Zover dat hij zich op 8 mei 1987, amper een week na de eerste geruchten, terugtrok als kandidaat.
In The Front Runner, de nieuwe film van regisseur Jason Reitman (Juno, Up in the Air), wordt het gedwongen vertrek van Hart gepresenteerd als kantelpunt in de Amerikaanse geschiedenis. Het moment waarop campagnes persoonlijk werden en tegenstanders op privékwesties werden afgerekend. Oktober vorig jaar was de Canadese regisseur even in Londen om zijn film nader toe te lichten.
Er worden veel vragen gesteld in The Front Runner en de film biedt ons de ruimte die voor onszelf te beantwoorden, maar heeft u op sommige van die vragen inmiddels zelf een antwoord?
Reitman: ‘Nee. Ik begon deze film met vragen en aan het eind had ik nog meer vragen.’
Met welke vragen begon u?
‘Zoals wel meer mensen nu, vroeg ik me af hoe we hier in godsnaam zijn beland. Waarom wil ik alles weten over het privéleven van een president? Want ik ben net zo nieuwsgierig als ieder ander. Maar is het wel belangrijk dat ik het weet? Of wil ik alleen maar vermaakt worden? Alle films die ik maak zijn het gevolg van een innerlijke strijd die ik voer. Bij deze film werd ik aan de ene kant geraakt door hoe goed Gary Hart als kandidaat was. Hoe slim, charismatisch en vooruitziend. En tegelijkertijd moest ik toegeven dat hij fouten heeft gemaakt. Dat het feit dat hij een womanizer is iets zegt over hoe hij vrouwen ziet.’