Een dakloze vrouw die een huis krijgt toegewezen, mag niet langer door een maatschappelijk werkster worden begeleid. En dus staat ze in no time weer op straat. Want wie geen werk vindt, kan de huur niet betalen. In de Franse tragikomedie Les invisibles zijn gemeenteambtenaren doof en blind voor de tegenstrijdigheden in hun eigen daklozenbeleid. Tot ergernis van de maatschappelijk werksters van een daklozenopvang die met hun cliënten in die vicieuze cirkel gevangen zitten. Via de mail vertelt drukbezet scenarist/regisseur Louis-Julien Petit over de manier waarop ze in zijn film uit die cirkel ontsnappen. En over het belang van humor in tijden van gele hesjes.
Wie zijn ‘de onzichtbaren’ uit de titel?
Petit: ‘Met "de onzichtbaren" doel ik op minderheden die de maatschappij niet meer wil zien of aan de kant heeft geschoven. Dat zijn natuurlijk de dakloze vrouwen die centraal staan in mijn film, maar ook de maatschappelijk werksters die door de ambtenarij worden tegengewerkt bij het helpen van anderen. Die twee zijn met elkaar verbonden. Die verbondenheid vormt de kracht van het verhaal. Ik wilde proberen die vrouwen weer zichtbaar te maken. Om te beginnen voor zichzelf, door hun gevoel van eigenwaarde te herstellen. En vervolgens voor de samenleving, met deze film.’