Dirty God, de eerste Engelstalige film van regisseur Sacha Polak, begint wanneer het oude leven van jonge moeder Jade voorgoed voorbij is en haar nieuwe leven net begint. Ze wordt ontslagen uit het ziekenhuis, waar ze werd behandeld voor brandwonden. De ex van Jade heeft zoutzuur in haar gezicht gegooid en haar levenslang verminkt. Zelfs haar dochtertje is nu bang voor Jade. En toch moet ze door.
Dat gaat in Dirty God natuurlijk met vallen en opstaan, maar Polak – bekend van de films Hemel en Zurich, en van de persoonlijke documentaire Nieuwe tieten – waakt ervoor sentimenteel of stroperig te worden. Jade is geen gemakkelijk personage, en voelt juist daarom zo levensecht.
Zuuraanvallen zijn een heel actueel thema, maar jouw film wordt nooit politiek. Waarom niet?
Polak: ‘Ik ben geen filmmaker die kranten doorbladert op zoek naar onderwerpen voor een film. Het enige wat ik wist toen ik begon, was dat ik een film over een jonge vrouw met brandwonden wilde maken. Tijdens een bezoek aan Lowlands zag ik namelijk een mooie jonge vrouw met brandwonden in haar gezicht, en ik weet nog dat ik van haar schrok. En ik zag dat de mensen om mij heen dat ook hadden. Dat was dus iets waar zij iedere dag mee te dealen had. Vreselijk, leek me dat. Maar als filmmaker vond ik het ook dramatisch en visueel. Eerst dacht ik nog aan een meisje dat in een dronken bui gaat vuurspuwen en zich daardoor verbrandt. Maar dan gaat de film automatisch ook over spijt en zelfverwijt, en dat was niet wat me hieraan interesseerde. Toen ik voor werk in Londen was hoorde ik over die zuuraanvallen en besloot dat ik daar iets mee moest doen. Die zuuraanvallen in Londen hebben trouwens niets met religie te maken. Het is overgewaaid uit India en Pakistan, waar ze zoutzuur gebruiken op de katoenplantages. Dat spul is daar gewoon voorhanden. Toen ik bezig was met het script gebeurde het nog vooral in familiaire kring. Gefrustreerde mannen die vrouwen zuur in het gezicht gooien met het idee: als je niet mooi voor mij bent, dan voor niemand. Maar inmiddels gebeurt het overal in Londen. Bij tasjesroven, door bendes, in clubs. Het is ook zo gedaan. Bijna alsof je een glas water in iemands gezicht gooit. Heel anders dan iemand neersteken met een mes, bijvoorbeeld.’
De film Dirty God, over een jonge vrouw met brandwonden, moest puur en rauw worden. Regisseur Sacha Polak: ‘Maar we moesten eerst nog wel een jonge vrouw met brandwonden vinden die kon en wilde acteren.’
Jade wordt gespeeld door Vicky Knight, die zelf ook brandwonden heeft. Waarom was dat belangrijk?
‘Omdat ik iets puurs en rauws wilde maken. En bij make-up vroeg ik me af of dat wel geloofwaardig zou zijn. Maar we moesten eerst nog wel een jonge vrouw met brandwonden vinden die kon en wilde acteren.’
Hoe hebben jullie haar gevonden?
‘Via casting director Lucy Pardee, die ook de jonge acteurs voor films als Fish Tank en American Honey heeft gevonden en heel goed is in street casting. Die was haar online tegengekomen in de sleazy tv-show Too Ugly for Love. Dat die tv-show zo zou gaan heten, wist Vicky niet toen ze eraan meewerkte, dus het duurde even voor we haar ervan hadden overtuigd dat onze bedoelingen beter waren. Het hielp dat ik haar mijn documentaire Nieuwe tieten kon laten zien [over de borsten van Polak, die om medische redenen preventief zijn afgezet, red.]. Zo wist ze dat zij niet de enige met littekens was.’
Vicky had voor die tv-show dan wel voor de camera gestaan, maar nog nooit geacteerd. Hoe heb je haar daarbij geholpen?
‘Ik heb haar met iedereen in de film auditie laten doen. Om te kijken of het werkte. Ik weet nog dat ik haar naast twee jongens heb gezet die net van de theaterschool waren gekomen. Dat werkte totaal niet! Ik geloofde het voor geen meter.’
Haar niet of de jongens?
‘De jongens, want Vicky had meteen een heel natuurlijke manier van acteren. Maar ik zag wel dat ze een klik met iemand moest hebben om dat eruit te laten komen. Dat bleek ook bij de actrices die we castten voor de rol van haar moeder. Als een van die actrices heel lang nodig had om in haar rol te komen, was meteen duidelijk dat het niet ging werken. Vicky barstte namelijk in lachen uit wanneer zo iemand moeilijk ging doen.’
Vicky moest zich niet alleen psychisch, maar ook fysiek blootgeven. Was dat een drempel voor haar?
‘Absoluut. In de zomer bedekte ze altijd haar armen, omdat ze de wonden niet wilde laten zien. Dus helemaal uit de kleren gaan was een grote stap. Zoiets vraag je dan ook niet bij de eerste kennismaking. Dat is een proces. We zijn samen naar films als La vie d’Adèle geweest om te kijken hoe seksscènes eruit kunnen zien. We hebben dat heel zorgvuldig aangepakt. Toch was ik nog behoorlijk zenuwachtig toen we met haar familie de film gingen bekijken in een Londens bioscoopje. Ik was vooral bang voor de reactie van haar moeder.’
En…?
‘Die was heel goed en heel mooi. Ze was trots op Vicky.’