De nudistencamping in De Patrick wordt gerund door de Patrick uit de titel en zijn vader. Patrick is een grote, vriendelijke reus, die sociaal niet erg handig is en ondanks zijn 39 jaar nog bij zijn ouders woont. Het interesseert hem overigens niets wat anderen van hem denken, zolang hij in zijn schuur maar kan werken aan de prachtige houten stoelen die hij aan het ontwerpen is. Maar dan gaat zijn vader dood, en raakt hij ook nog zijn favoriete hamer kwijt.
Regisseur van deze tragikomedie is Tim Mielants (1979), die eerder afleveringen maakte voor prestigieuze series als Peaky Blinders, The Terror en Legion. De Patrick is zijn filmdebuut, en samen met Benjamin Sprengers schreef hij ook het scenario.
Ik las dat De Patrick voor u begon op een nudistencamping in de Pyreneeën in 1985. U was toen zes jaar oud. Wat zag u daar dat zo veel indruk maakte dat het de setting moest worden van uw eerste speelfilm?
Mielants: ‘Het was meer de nostalgie van de jeugdherinneringen. De subjectieve beleving van vroeger zoals we die allemaal hebben. De kleur is een beetje anders, de sfeer is anders, maar bepaalde beelden van toen blijven terugkomen. Het smeren van een boterham met confiture, bijvoorbeeld, of het stilzwijgend samen soep eten, en de fluorescerend rode caravanverlichting.’
Dus niet al die blote mensen om u heen?
‘Blote mensen waren daar wel, maar die staan niet in mijn geheugen gegrift. Ik was eigenlijk niet zo geïnteresseerd in dat naakt, maar als ik er geen nudistencamping van had gemaakt zou dat als verraad aan mijn eigen jeugdherinneringen hebben gevoeld.’
Ze zijn in De Patrick dus alleen maar naakt, omdat ze daar op die camping in de Pyreneeën toevallig ook naakt waren?
‘Nou ja. Niet helemaal. Ik ben altijd al wel geïnteresseerd geweest in de niet-seksuele context van naakt. Op de filmschool maakte ik al filmpjes waarin iemand – spiernaakt – de technische werking van een ijskast uitlegde, of van een automotor. In de geschiedenis heeft naakt verschillende functies gehad. Het was religieus, symbolisch, maar tegenwoordig zien we naakt alleen nog maar in een seksuele context. Ik denk dat het naakt in mijn film functioneert, juist omdat het niet functioneel is. Omdat ik er niets mee probeer te doen. Ik heb het gedraaid zoals ik een kostuumfilm zou draaien. Door het niet belangrijk te vinden, kreeg het iets vanzelfsprekends.’