Hoe kwam u op het idee een documentaire over Dick Maas te maken?
Jeffrey De Vore: ‘Ik ben opgegroeid in Almere. Toen ik een jaar of tien, elf was ontdekte ik de filmstudio van Dick Maas. Hij had toen een gigantische, Hollywood-achtige studio in Almere. In de achtertuin van de studio hadden ze het Flodder-dorp nagebouwd. Want de film was opgenomen in een villawijk in Limburg, maar de serie werd in de jaren negentig opgenomen in de achtertuin van die studio. Toen ik ze daar bezig zag met filmen, raakte ik gefascineerd door het vak. Dat heeft zeker een rol gespeeld in mijn beslissing om naar de filmacademie te gaan.
Ik bewonder Dick Maas omdat hij Hollywoodfilms wilde maken in Nederland. Genrefilms, die eigenlijk een groter budget nodig hadden. Maar hij wist zulke films met weinig geld te maken. De actiescènes in Amsterdamned (1988) zijn van James Bond-niveau. En hij had er succes mee. De lift (1983) bijvoorbeeld ging de hele wereld over. Maar het grappige is: Flodder (1986) werd in Amerika te grof gevonden. Zijn films waren dus op een Amerikaanse manier gemaakt, maar tegelijk heel Nederlands. Althans, met een soort botte humor die in het Nederland van toen leuk gevonden werd. Inmiddels zou je zulke films ook hier niet meer kunnen maken. In Flodder zaten grappen die in deze tijden van political correctness niet meer gewaardeerd zouden worden.’
Jeffrey De Vore maakte een documentaire over regisseur Dick Maas, getiteld De Dick Maas Methode. 'Zijn films zijn op een Amerikaanse manier gemaakt, maar tegelijk heel Nederlands.'
U plaatst Dick Maas niet op een voetstuk. Toch waardeer je zijn werk juist meer na het zien van de film.
‘Ja, het is natuurlijk geen kunstzinnige cinema. Maar als je de Franse auteurstheorie over zijn werk legt, kun je alleen maar concluderen dat hij wel een auteur is. Hij schrijft en regisseert alles zelf, en componeert ook de muziek van zijn films. Hij heeft een eigen stijl, een eigen handtekening. Van Flodder tot Moordwijven is elke Dick Maas-film heel herkenbaar van zijn hand. Maar een diepere boodschap heeft zijn werk niet. Vandaar ook zijn beroemde uitspraak: “Boodschappen doe je bij de Albert Heijn.”’
De film wordt uitgebracht in honderd bioscopen. Dat is wel bijzonder voor een documentaire.
‘Zeker. Maar ik hoop dat de film ook inderdaad weerklank zal vinden bij een breed publiek. Het gaat niet alleen over Dick Maas, maar ook over het Nederland van toen. De jaren tachtig en negentig. Er zit een zekere nostalgie in.’
Was het lastig om de film te maken?
‘Het was niet makkelijk fondsen en tv-omroepen bereid te vinden in het project te stappen. Er wordt toch nog wel neergekeken op het werk van Dick Maas. Men vindt het commercieel of plat. Dus uiteindelijk hebben we het geld via een crowdfunding bij mekaar geharkt. Daarom zijn we extra trots dat het gelukt is.’