Wat voor ideeën wilde u dan met name in de film kwijt?
‘Het verhaal ontstond na een bezoek aan een filmfestival, waar we verschillende films hadden gezien die een heel karikaturaal beeld schetsten van bepaalde regio's in Brazilië die bekendstaan als arm en achtergesteld. Wij wonen zelf ook in zo’n regio, en stoorden ons enorm aan al die vooroordelen. Dus besloten we een verhaal te vertellen waarin de arme plattelandsbewoners nu eens níet dom en zielig zijn, maar juist sterk en trots en complex. We vonden het ook belangrijk dat het dorp zelf centraal zou staan, de gemeenschap die daar woont, meer dan de individuele personages. Dat is een aspect van de film waar in Brazilië heel sterk op wordt gereageerd: de saamhorigheid tussen de hoofdpersonen, die ondanks hun verschillen een hechte groep vormen. Dat raakt blijkbaar een snaar, omdat we nu vaak zo individualistisch en vijandig met elkaar samenleven.’
Als Europese kijker had ik het idee dat ik lang niet alle maatschappelijke verwijzingen snapte. Heeft u tijdens het maken rekening gehouden met een internationaal publiek?
‘Nee, niet bewust. We wisten wel dat sommige dingen alleen door Brazilianen zouden worden opgepikt, maar ach, dat is geen probleem. Als wij hier naar films uit Hollywood of Europa kijken, volgen we ook niet alles. Bovendien is deze film opzettelijk mysterieus, het is niet zo dat het Braziliaanse publiek wel alles begrijpt.’
Om maar zo’n mysterieus detail te noemen: voor ze gaan vechten, slikken de dorpelingen allemaal een pilletje. Waarom?
‘Als je leest over de verschillende oorlogen uit onze geschiedenis, blijkt dat de soldaten vaak dronken het slagveld op gingen. Dat zegt iets over de onwil van mensen om geweld te gebruiken. Daarnaast haalden we inspiratie uit de verhalen over Asterix: daarin nemen de dorpelingen eerst een slok toverdrank. We vonden het gewoon een mooi, tot de verbeelding sprekend detail. Je mag het interpreteren zoals je wil. En dat geldt eigenlijk voor alles in de film – het laatste wat ik als filmmaker wil doen, is allemaal open deuren intrappen.’
Toen u aan de film begon, was Bolsonaro nog geen president. Heeft zijn opkomst nog iets aan de inhoud veranderd?
‘Nee, we waren al met de montage bezig toen hij werd verkozen, dus konden toen niks meer aanpassen. Maar dat hoefde ook niet, want we hebben veel inspiratie geput uit de opkomst van Donald Trump, en Bolsonaro is net zo’n type, zij het nog een flinke graad erger. Daardoor voelt de film denk ik wel aan alsof hij is gemaakt in het Bolsonaro-tijdperk. Tegelijkertijd hebben de schurken in het verhaal iets universelers: dit soort klootzakken heb je wereldwijd en komt elke keer weer aan de macht. De mensheid blijft nu eenmaal keer op keer dezelfde fouten herhalen. Al spannen Brazilianen in dat opzicht misschien wel de kroon.’