Een van de opvallendste Nederlandse films van 2015 was Prins, Sam de Jongs eigenzinnige portret van straatschoffie Ayoub uit Amsterdam-Noord. De film heeft visuele flair en aan lef ontbreekt het de debuterende De Jong (1986) niet, want hij schakelt in Prins moeiteloos over van drama naar sprookje en western. De Nederlandse filmwereld wordt wakker geschud en wacht op meer.
Dat wachten heeft even geduurd, want nu – na vijf jaar – komt eindelijk De Jongs tweede speelfilm, Goldie, in de bioscopen. En het is geen Nederlandse film, maar een Amerikaanse.
Dat is omdat Prins in 2015 werd gezien door de Amerikaanse studio 20th Century Fox. Daar waren ze onder de indruk van de film, maar ze wilden hem niet uitbrengen omdat hij in het Nederlands was. Ze wilden wel met hem samenwerken aan een nieuwe, Engelstalige film en konden ook een werkvisum voor De Jong regelen. Die vertrok daarop naar Amerika, waar hij voornamelijk in New York werkte aan de opvolger van Prins.
Dat werd dus Goldie. Over een stoere, achttienjarige straatmeid met kortgeschoren, geelgeverfd haar. Goldie is vastbesloten een popster te worden, want alleen dan kan ze voor haar twee kleine zusjes zorgen. Van hun verslaafde moeder en haar nieuwe vriendje hebben ze namelijk niets te verwachten.
Na ruim vier jaar is De Jong weer terug in Nederland. Hij woont momenteel in het centrum van Amsterdam, maar verhuist binnenkort naar Amsterdam-Noord, waar hij ook is opgegroeid.
Hoe was Amerika?
Sam de Jong: ‘Ik moest New York wel eerst leren kennen. Je denkt dat je alles wel weet vanwege de films die je hebt gezien, maar de omgangsvormen daar zijn bijvoorbeeld heel anders dan ik had gedacht. Je moet veel harder werken voor echt menselijk contact. Iedereen wil met je afspreken, maar vaak zit je dan vergeefs te wachten. Daar is het heel normaal, maar in Nederland was me dat nog nooit overkomen. Dus ga je sms’en en vraag je om bevestiging van de afspraak. Soms wel vijf keer. En dat maakt je onzeker. Het duurde wel even voor ik daaraan gewend was.’
Dacht u wel eens: waar ben ik aan begonnen?
‘Jazeker, vooral wanneer ik daar alleen zat en kritiek kreeg op versie 10 van mijn scenario en nog steeds niet wist of ik de film überhaupt kon gaan maken. Ik had natuurlijk na de vijfde versie kunnen zeggen: dit is mijn film en ik wil er niets meer aan veranderen, maar dan weet je zeker dat ie niet gemaakt wordt.’
Wat moest er anders?
‘Ik wilde aanvankelijk dat de film magisch-realistisch zou zijn. Maar dat werd met elke versie minder. In Amerika houden ze namelijk niet van ontregeling. Daar willen ze hard-hitting, naturalistisch drama. Mijn film werd daardoor steeds serieuzer. Uiteindelijk is het beter zo, want de pijn van Goldie is echt. Als je wat haar overkomt te veel uit zijn verband trekt, is het alsof je haar problematiek trivialiseert.