In de Chinese film noir The Wild Goose Lake speelt alle actie zich af in en rondom de tot voor kort onbekende wereldstad Wuhan.
Inmiddels is de stad met ruim tien miljoen inwoners wel bekend, zeg maar gerust berucht, vanwege de uitbraak van het coronavirus die daar afgelopen december begon. Maar dat ligt allemaal nog in de toekomst, wanneer we Yi’nan Diao, regisseur van The Wild Goose Lake, vorig jaar mei op het festival van Cannes spreken.
Dat de 51-jarige Diao voor Wuhan koos had twee redenen, die uiteraard niets met het virus te maken hadden. Eén: Hij zocht een wereldstad met een meer in de buurt en Wuhan is de ‘stad met de honderd meren’. Of liever was, want door urbanisatie zijn er van de oorspronkelijk 127 meren nog maar dertig over.
En twee: in 2012 vond er in Wuhan een ‘congres voor dieven’ plaats. Een heus nationaal congres, waarop dieven uit heel China bijeenkwamen om ervaringen uit te wisselen en om door middel van wedstrijden te bepalen wie de besten in hun vak waren. Ze maakten daarbij alleen zo veel rumoer dat ze de aandacht van de politie trokken en werden opgepakt. Regisseur Diao vertelt dat hij destijds wel een minuut lang gierde van het lachen toen hij erover las in de krant.
Beide elementen, het meer en het dievencongres, spelen een belangrijke rol in The Wild Goose Lake, waarvan de plot niet eenvoudig is na te vertellen. Het draait in deze stijlvolle misdaadfilm in ieder geval allemaal om gangster Zenong Zhou, die tijdens het onderdeel wie de meeste motoren kan stelen per abuis een politieman doodschiet. Waarna hij vervolgens een film lang niet alleen door de politie, maar – vanwege de prijs die op zijn hoofd is gezet – ook door andere gangsters wordt opgejaagd. De enige hulp komt van ‘baadster’ Aiai Liu, die als prostituee werkt bij het wildeganzenmeer uit de titel. Maar zoals in elke film noir is het natuurlijk de vraag of Aiai wel te vertrouwen is.