Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.
Regisseur Sander Burger maakte een film over de nasleep van de Deventer moordzaak, De veroordeling. 'Toen ik later het boek van Bas Haan las voelde ik me enorm genaaid. En een beetje dom, natuurlijk.'
cadeautje
Eerst de feiten: Op 23 september 1999 wordt de weduwe Jacqueline Wittenberg in haar woning aan de Zwolseweg in Deventer door wurging en vijf messteken in haar borst om het leven gebracht. Al snel wordt haar financieel adviseur Ernest Louwes opgepakt als verdachte.
Die wordt in maart 2000 eerst vrijgesproken, maar in hoger beroep in december van hetzelfde jaar alsnog schuldig bevonden en tot twaalf jaar cel veroordeeld. Het bewijs tegen Louwes (waaronder twijfelachtige geurproeven en een mes als moordwapen, terwijl dit het moordwapen niet geweest kan zijn) is echter zwak en de zaak wordt in 2003 heropend.
Toch wordt Louwes, die altijd heeft gezegd onschuldig te zijn, in 2004 opnieuw veroordeeld. Nu op basis van nieuw aangedragen DNA-bewijs (DNA-onderzoek is dan nog relatief nieuw), dat overduidelijk in zijn richting wijst.
De beelden van een schreeuwende Louwes in de rechtszaal (‘U gaat gewoon door met alle argumenten die de politie aandraagt en die vervalst zijn!’) maken veel indruk in Nederland. Ook op BN’er Maurice de Hond, die overtuigd is van een justitiële dwaling en een mediaoffensief over de zaak begint. De Hond weet ook wie het wel gedaan heeft: Michaël de Jong, de klusjesman van weduwe Wittenberg.
Na ‘signalen uit de samenleving’ (lees: onder druk van De Hond c.s.) besluit justitie in 2006 tot een nieuw, oriënterend onderzoek, maar na toetsing van het DNA-bewijs wordt besloten dat er geen reden is de zaak te heropenen. Desondanks blijft De Hond geloven in Louwes’ onschuld en ook blijft hij Michaël de Jong aanwijzen als dader.
De zaak – die bekend zal worden als de Deventer moordzaak – heeft ook de aandacht van Netwerk-redacteur en onderzoeksjournalist Bas Haan. Eerst gelooft Haan nog in de onschuld van Louwes, hij was zelfs medeverantwoordelijk voor de heropening van diens zaak in 2003, maar na het DNA-bewijs is Haan ervan overtuigd dat Louwes het wel gedaan heeft. De journalist zal later ook een belangrijke rol spelen in het vrijpleiten van klusjesman Michaël de Jong, van wie na DNA-onderzoek onomstotelijk komt vast te staan dat hij de moordenaar niet geweest kan zijn. Haan maakt verschillende reportages over de zaak, maar merkt dat het lastig is het grote publiek van de onschuld van ‘klusjesman’ De Jong (die niet eens klusjesman is) te overtuigen. Dat De Hond in talkshows voortdurend hamert op de betrokkenheid van de klusjesman is voor veel kijkers voldoende bewijs van diens schuld.
In 2009 publiceert Haan een boek over de zaak, getiteld De Deventer moordzaak – Het complot ontrafeld. En dat boek vormt de basis van de intelligente en spannende film De veroordeling van regisseur Sander Burger, die vanaf 2 september te zien is in de Nederlandse bioscopen.
Wat wist u zich nog te herinneren van deze zaak?
Burger: ‘Meer dan ik dacht. Zo kan ik me het moment dat Louwes opspringt in de rechtszaal nog goed herinneren. Ik weet nog dat ik toen tegen mijn broer iets zei als: jezus, die man is echt onschuldig. Belachelijk natuurlijk, alleen op basis van die emotionele reactie van Louwes, maar het was wel zo. Toen ik later het boek van Bas Haan las voelde ik me dan ook enorm genaaid. En een beetje dom, natuurlijk.’
Wat vonden de betrokkenen ervan dat de film alles weer zou oprakelen?
‘We begonnen bij Bas Haan, en die was enthousiast, maar ook voorzichtig. Zijn gezin mocht bijvoorbeeld absoluut geen onderdeel van het verhaal worden. Dat wilden wij ook niet, maar door de dramaturgen die ons hielpen bij de ontwikkeling van het script werden we wel gepusht iets met zijn thuissituatie te doen. Zij waren namelijk bang voor “het spook van de reconstructie”. Dat snap ik ergens wel, dramaturgen willen emotie en persoonlijk drama, maar dat zat volgens ons al genoeg in het verhaal. Bovendien hadden wij al vroeg besloten dat we de film alleen konden maken als we niet afweken van de feiten. We konden immers geen film maken over Maurice de Hond, die de feiten steeds verdraaide, en dit dan vervolgens zelf ook gaan doen. Michaël de Jong en zijn vrouw Meike heb ik voor het eerst ontmoet in 2012, in een wegrestaurant bij Apeldoorn. Ze waren heel zenuwachtig. Ik heb ze toen uitgelegd hoe wij erin stonden en dat wij het boek van Bas Haan als uitgangspunt zouden nemen. Omdat zij Bas vertrouwden zijn ze stapje voor stapje meegegaan. Uiteindelijk zijn ze een goede bron voor het script geworden, want er zit nog heel wat over hen in de film dat niet in het boek van Bas stond. Ernest Louwes was een lastige, omdat we nooit een film over zijn schuld of onschuld hebben willen maken, want daar hebben 29 rechters zich al over uitgesproken. Ik vond de onschuld van Michaël veel belangrijker dan de eventuele schuld van Louwes. Wij hebben vooraf dan ook geen contact met Louwes gezocht, maar Bas heeft hem wel verteld dat de film eraan zat te komen. Daar was hij natuurlijk niet blij mee. Al heeft hij, toen zijn gevangenisstraf erop zat, wel zelf de publiciteit gezocht en een boek geschreven.’
En wat vond Maurice de Hond, toch een beetje de schurk in jullie film, ervan?
‘Die hoorde het pas een week voordat we begonnen met draaien. Toen ging Bas Haan bij DWDD zitten om te vertellen dat zijn boek verfilmd zou worden. Een dag later kregen Fedja [van Hûet, die Bas Haan speelt, red.] en ik een mail van De Hond, die wilde weten hoe we een en ander zouden aanpakken. En de producenten kregen van zijn advocaten een brief waarin hij zei te hopen dat zijn goede naam niet bezoedeld werd. Nogal een gotspe, als je er even over nadenkt. De Hond wilde ons graag zijn kant van het verhaal nog eens vertellen, maar daar zijn wij niet op ingegaan. Dat verhaal is genoegzaam bekend. We zaten wel met het probleem wie hem moest gaan spelen. Iedereen kent De Hond en hem door een acteur laten spelen ziet er dan al snel nep uit. Daarom besloten we om alleen archiefbeelden van hem te gebruiken. Kon hij ook nooit beweren dat hij iets niet gezegd had. Officieel mag je alles wat op televisie is uitgezonden in een film gebruiken, zolang je dat op een televisiescherm laat zien. Maar wij hebben soms zo ingezoomd dat hij full screen te zien is. En we hebben ook tegenshots gedraaid waarin we een stand-in voor hem gebruikten. Op die manier is De Hond ongewild een acteur in de film geworden.’
Mag dat?
‘Nou ja, dat wordt nog spannend, inderdaad. Maar we hebben dit in 2016 al wel door twee media-advocaten laten uitzoeken. In de film hoor je De Hond zeggen dat hij de consequenties van alles wat hij zegt – en hij stelde onder meer dat Michaël de Jong honderd procent zeker de dader was – zou dragen. Dus eigenlijk heeft hij dit over zichzelf afgeroepen. Hij is ook nooit teruggekomen op wat hij toen allemaal gezegd en gedaan heeft.’
In de film zit ook een tv-fragment waarin Claudia de Breij met De Hond praat, die op dat moment al een enorme boete riskeert als hij nog iets over de zaak zegt. Via een heel lullig en pijnlijk liedje probeert ze De Hond een hart onder de riem te steken. Weet zij al dat dat fragment in de film zit?
‘Ja. Vooropgesteld: ik vind Claudia de Breij een heel mooi mens. Ik had ook helemaal geen behoefte om haar te bashen. Maar dat fragment toont zo goed aan dat zelfs iemand als Claudia de Breij, die normaal juist in de bres springt voor andere mensen, voor de gek is gehouden in deze zaak. We hebben haar de film laten zien en toen de film was afgelopen zei ze: Ik vind dit echt verschrikkelijk, maar ik ga niks tegen jullie ondernemen, want ik vind het een mooie en belangrijke film. De Breij heeft later in de podcast De Deventer mediazaak – geheel in stijl met haar misstap – een liedje voor Michaël gezongen waarin ze haar excuses aanbiedt.’
De Breij heeft ervan geleerd, wat zouden wij van deze film moeten meenemen?
‘Als we deze film zes jaar geleden al hadden kunnen uitbrengen waren we echt voorlopers geweest, maar nu – na vier jaar Trump – zijn mensen zich veel bewuster van het belang van goede journalistiek en dat je goed moet nadenken over wat je leest. En dat is maar goed ook. Toch hoop ik dat mensen boos en verontwaardigd de bioscoop uitlopen en denken: jezus, hoe heeft dit kunnen gebeuren? Waarom zijn op televisie meningen belangrijker geworden dan feiten?’