In 2005 wordt de Salvator mundi, een verloren gewaand schilderij van Leonardo da Vinci, op een veiling in New Orleans aangeboden. Het schilderij is flink – en lelijk – gerestaureerd en wordt daar voor zo’n 1200 dollar verkocht als een werk ‘naar Leonardo da Vinci’.
De koper speelt het door aan restaurateur Dianne Modestini, die ervan overtuigd raakt dat Da Vinci zelf het geschilderd heeft. De kunstwereld laat zich maar wat graag overtuigen en de Salvator mundi wordt eerst voor een kleine 130 miljoen dollar verkocht aan een Russische oligarch en komt ten slotte via veilinghuis Christie’s terecht bij een Saoedische prins. Voor de lieve som van 450 miljoen dollar. In de zeer onderhoudende documentaire The Lost Leonardo maakte de Deense regisseur Andreas Koefoed een spannend verslag van de reis die de Salvator mundi aflegde.
In uw film laat u zo’n twee dozijn betrokkenen aan het woord. Laten we ons beperken tot de vier die volgens mij uw favorieten zijn. Om te beginnen restaurateur Dianne Modestini. Was het moeilijk om haar voor de film te interesseren?
Koefoed: ‘Opvallend genoeg niet. Ze vertelde me later dat ze vaak gevraagd wordt voor artikelen en documentaires, maar altijd nee zegt, omdat ze doodop is van de hele toestand. Ze heeft namelijk veel kritiek gekregen aangezien ze flinke stukken overgeschilderd heeft, en er zijn ook mensen die betwijfelen of het schilderij wel van Da Vinci is. Tegen ons zei ze gelukkig ja. Waarschijnlijk omdat ik geen banden heb met de kunstwereld, uit Denemarken kom en haar benaderde met een zekere nieuwsgierigheid.’