Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.
Tijdens het filmfestival van Cannes sprak VPRO Cinema met de Australische regisseur Baz Luhrmann over zijn nieuwste film Elvis, een bonte biopic over de grootste performer aller tijden.
cadeautje
Zes films in dertig jaar. De Australische regisseur Baz Luhrmann (1962) heeft geen groot oeuvre, maar dat oeuvre is wel imposant.
Het begint in 1992, met het heerlijk flamboyante muzikale drama Strictly Ballroom. Waar alle elementen die kenmerkend zullen worden voor zijn films al in zitten: dans, muziek en melodrama. In 1996 maakt hij zijn eerste Amerikaanse film, Romeo + Juliet, een wel heel moderne bewerking van Shakespeare’s beroemde romantische tragedie. Vijf jaar later breekt Baz Luhrmann wereldwijd door met Moulin Rouge!, waarin onder meer een briljante cover zit van het nummer ‘Roxanne’ van The Police, dat bij Baz een tango wordt. Australia (2008) is een episch, romantisch drama met Moulin Rouge!-ster Nicole Kidman, en voor de F. Scott Fitzgerald-verfilming The Great Gatsby (2013) werkt hij, na Romeo + Juliet, weer samen met Leonardo DiCaprio.
Subtiel zijn de films niet, maar wel spectaculair en meeslepend. Niet voor niets noemt Luhrmann de Italiaanse opera en Bollywoodfilms als zijn grootste invloeden.
Op het afgelopen festival van Cannes presenteerde hij zijn zesde film, Elvis, een bonte biopic van de grootste showman ooit, Elvis Presley. Verteld door Elvis’ alom verguisde manager Colonel Tom Parker, die zichzelf in de film een ‘snowman’ noemt. Dat is geen sneeuwpop of iemand die cocaïne (snow) dealt, maar een handige zakkenvuller die altijd op zoek is naar een manier om wat extra’s te verdienen. En in Elvis heeft Colonel Parker zijn ticket naar het grote geld gevonden.
In uw film is het Elvis, de showman, versus Colonel Parker, de snowman. Wat bent u zelf?
Luhrmann: ‘Een beetje van allebei, denk ik. Al van jongs af aan ben ik constant op zoek naar nieuwe vormen en probeer ik iets te doen wat niemand voor mij heeft gedaan. Dat is mijn creatieve kant, de showman. Maar tegelijkertijd heb ik – net als de Colonel in mijn film – de behoefte om wat ik maak te promoten en ervoor te zorgen dat mensen het komen zien.
Ik ben geen zanger die helemaal in zijn eentje op een podium staat. Ik moet er altijd andere mensen bij betrekken. Het gaat ook nog eens om veel geld en ik wil niemand teleurstellen. Dan word ik de snowman. Ik moet wel.’
Wat betekende Elvis voor u, nog voordat u überhaupt dacht aan een film?
‘Als kind woonde ik in een dorpje op het platteland. We hadden een farm en een tankstation, en we runden ook nog even een lokale bioscoop. Daar draaiden we altijd Elvis-matinees. Dat waren heel cheesy films, dat zag ik toen ook wel, maar ik vond Elvis supercool. Al vrij snel daarna verruilde ik Elvis voor David Bowie en andere muziek. Maar een paar dagen geleden herinnerde ik me ineens dat ik heerlijk aan het ballroomdansen was op ‘Burning Love’ van Elvis. Dat nummer was net uitgebracht, dus dat moet in 1972 zijn geweest. En toen was ik toch al twintig. Elvis was altijd wel aanwezig.
Dat is heel anders voor kinderen die na 2000 zijn geboren. Voor hen is Elvis iemand die ze kennen van Lilo & Stitch. Of zoals mijn zoon van een videospelletje. Verder weten ze niets van hem. Met deze film kan ik daar verandering in aanbrengen. En en passant ook een beeld van Amerika in de jaren vijftig, zestig en zeventig schetsen, want veel van wat er in die tijd in Amerika gebeurde – the good, the bad and the ugly – liep parallel aan Elvis’ carrière. Een carrière die trouwens volledig bedacht was door Colonel Parker, die altijd op zoek was naar een sensationele act en in Elvis de ultieme performer had gevonden. Elvis was ook zijn enige act. Van 1955 tot aan Elvis’ dood in 1977.’
Hoe moeten wij na ruim twee uur Elvis de zaal uitstappen?
‘Het is een beetje zoals Elvis, de echte Elvis, aan het eind van de film zegt: “Without a song, the day would never end; without a song, a man ain't got a friend; without a song, the road would never bend. So I keep singing a song. Goodnight. Thank you.” Hij heeft het daar niet alleen over muziek. Hij heeft het ook over liefde, over de ziel, over een mentaliteit. Hij zegt daar dat je altijd moet blijven zingen. Wat hij ook zijn hele leven gedaan heeft. Eerst op weg naar de top, maar ook daarna, toen hij zichzelf volpropte met pillen en fastfood. Elvis zei dat een paar weken voor zijn dood, toen de neergang al lang had ingezet, maar toch is het voor mij een positieve boodschap. Want Elvis was een verbinder. Ik hoop dat je dat voelt als je de zaal verlaat.’
En wie is Elvis?
‘De eerste die ik moest overtuigen was mezelf,’ bekent de Amerikaanse acteur Austin Butler wanneer ik hem in Cannes vraag hoe iemand het aandurft om een icoon als Elvis te spelen. ‘Voor mij was het een zoektocht naar wat we gemeen hadden. Bijvoorbeeld dat zijn moeder overleed toen hij 23 was. Dat is precies wat mij is overkomen. Heel toevallig was ik ook 23 toen mijn moeder overleed. Dat werd een ijkpunt voor mij, omdat ik wist dat wat ik daarover voelde echt was. Dat ik op dat moment niet aan het icoon Elvis dacht, maar aan een lotgenoot, iemand die net als ik zijn moeder had verloren. Dus ik wist ook dat ik, als ik dat op andere momenten niet voelde, iets verkeerd deed.’