In 1975 zag regisseur Martin Scorsese voor het eerst een film van zijn Canadese collega David Cronenberg. Dat was, zoals hij in 1984 aan het horrormagazine Fangoria vertelde, The Parasite Murders, ook wel bekend als Shivers. Scorsese liet weten dat hij zich met toenemende verbijstering door de film had heen geworsteld en achteraf dacht dat hij hem niet goed vond. ‘Maar een jaar later dacht ik er nog steeds aan en discussieerde ik erover met iedereen die wilde luisteren.’
In de jaren na The Parasite Murders – waarin Cronenberg films als Rabid, The Brood en Scanners maakte – nam Scorseses waardering voor het eigenzinnige en bijzonder bloederige oeuvre verder toe. Maar nog steeds hadden de twee elkaar niet ontmoet. Dat gebeurde pas begin jaren tachtig. En die eerste ontmoeting werd een complete verrassing. Voor Scorsese, in elk geval. Hij verwachtte een wat morsige figuur, type horrornerd – let wel: er was toen nog geen internet, je kon iemand niet even googelen –, maar Cronenberg bleek een goed verzorgde man met een grote hoornen bril. Volgens Scorsese zag hij eruit als ‘een gynaecoloog uit Beverly Hills’.
We hebben Cronenberg al een paar keer gezien en gesproken, dus we zijn niet verbaasd wanneer we hem eind april – een goeie drie weken voor zijn nieuwe film Crimes of the Future in Cannes in wereldpremière gaat – in een Parijs hotel ontmoeten. Hoewel... de volledig in het zwart gestoken Cronenberg oogt met zijn 79 jaar breekbaarder dan ooit. Zodat ook wij even een Scorsese-momentje hebben, want die breekbaarheid is maar moeilijk te rijmen met de kracht en zelfverzekerdheid van Crimes of the Future.