De Nederlandse stop-motionfilm Knor van Mascha Halberstad verovert de wereld. Wij zochten de regisseur op in haar animatiestudio. ‘Veel jeugdvermaak van tegenwoordig vind ik wel erg braaf.’

‘Zoals jullie hier nu rondlopen, zo loop ik hier eigenlijk nog elke dag,’ zegt Mascha Halberstad tegen de verslaggever en de fotograaf, die hun ogen uit kijken. ‘Dan denk ik: hoe is het mogelijk dat dit allemaal gelukt is?’

Halberstad (48) geeft een rondleiding door haar filmstudio Holy Motion in Arnhem. Jarenlang maakte de regisseur haar stop-motionfilms gewoon thuis, maar in 2018 kocht ze samen met producent Marleen Slot deze voormalige garage, midden in een woonwijk. Het pand werd rigoureus verbouwd en biedt nu plek aan kantoren, werkplaatsen en studioruimten vol miniatuursets – want voor de duidelijkheid: stop-motion, dat is dus werken met echte decors, een soort maquettes vol petieterige rekwisieten, en poppen die frame voor frame met de hand moeten worden bewogen.

‘Sommige mensen zijn gewoon klootzakken en zullen niet veranderen. Dat mogen kinderen best weten’

MASCHA HALBERSTAD

Sinds de opening van Holy Motion is hier (met keurige navolging van de coronaregels) keihard gewerkt aan Halberstads eerste lange speelfilm Knor – nu al een groot internationaal succes, maar daarover later meer.

‘Voor Nederlandse begrippen is Knor een grote productie,’ legt Halberstad uit. ‘Maar om het even in perspectief te zetten: ik sprak laatst op een festival met de regisseur van de film Shaun the Sheep, die me vertelde dat hij werkte op veertig sets, met dertig animatoren en een budget van zo’n 25 miljoen euro. Wij hebben Knor gemaakt met vijf animatoren en negen sets, voor nog geen drie miljoen.’

Het figuurtje van Knor

Villa Achterwerk

Hoewel Halberstad altijd al gecharmeerd was van stop-motionfilms zag ze zichzelf aanvankelijk kunstschilder worden. ‘Tot ik in het tweede jaar van de kunstacademie een keer een heel slechte beoordeling van een schilderij kreeg. Toen dacht ik: ze hebben gelijk, dit is ook eigenlijk niks voor mij.’

Via via kwam ze terecht bij de VPRO, waar ze animatiefilmpjes ging maken voor programma’s als Waskracht en Villa Achterwerk. ‘Dat waren voor mij echt vormende jaren. Ik kreeg daar alle vrijheid om te experimenteren. Zo ontdekte ik uiteindelijk dat ik me volledig op stop-motion wilde gaan richten. Wat me vooral aanspreekt in deze vorm is de eerlijkheid en ambachtelijkheid ervan. Het heeft een soort kinderlijke directheid: what you see is what you get.’

Met korte films als Dag meneer De Vries (2012) en Munya in mij (2014) had Halberstad al gauw succes in het animatiecircuit. Dat leidde vanzelf weer tot verrassende nieuwe opdrachten. ‘Op zeker moment kreeg ik bericht van de platenmaatschappij van The Prodigy. Bandleider Liam Howlett had ergens backstage tv zitten kijken toen Munya in mij toevallig werd uitgezonden. Daarna had hij meteen iemand laten achterhalen wie de regisseur was, zodat die een clip voor ze zou kunnen maken.’

En zo geschiedde: in 2015 maakte Halberstad een opvallend grimmig filmpje bij de Prodigysingle ‘Wild Frontier’, over wilde dieren die wraak nemen op een stel jagers.

Mascha Halberstad op de set van Knor

Roald Dahl

Wie die Prodigyclip heeft gezien, zal het niet verbazen dat Halberstad voor haar speelfilmdebuut op zoek ging naar een lekker dwars verhaal. ‘Het liefst had ik De griezels van Roald Dahl verfilmd,’ vertelt ze. ‘Een van de lievelingsboeken van mij en mijn zoon. Maar ja, de rechten waren onbetaalbaar. Toen ben ik op een dag de Arnhemse Kinderboekwinkel binnengestapt, waar heel deskundige verkopers werken, en heb ik gevraagd: ik wil een film maken met een Roald Dahl-achtig verhaal, welk boek kunnen jullie aanbevelen? Uiteindelijk ging ik met drie opties naar huis, waaronder De wraak van Knor van Tosca Menten. Toen ik dat las, wist ik meteen: dit wordt het.’

De wraak van Knor gaat over een meisje dat een lief biggetje cadeau krijgt van een onbekende opa die jarenlang in Amerika heeft gewoond. De opa doet zich vriendelijk voor, maar blijkt vroeger slager te zijn geweest. En binnenkort vindt er in de buurt een grote worstwedstrijd plaats. Wat is hij precies van plan?

Meer nog dan in het boek is de opa in de film (geestig ingesproken door acteur Kees Prins) een behoorlijk eng personage – juist omdat hij zich lange tijd zo onschuldig voordoet. Halberstad kreeg er al commentaar op. ‘Ik sprak een journalist die echt een beetje verontwaardigd was dat de opa toch slecht blijkt te zijn. Ik snap ook wel dat je ervan kan schrikken. Hij is geen typische cartoonschurk, zijn slechtheid ligt er niet dik bovenop, maar dat is nu eenmaal mijn manier van vertellen. Ik hou van subtiliteit en van verhalen met een randje – daarin herken je misschien m’n Villa Achterwerk-roots. Veel jeugdvermaak van tegenwoordig vind ik wel erg braaf. En daarbij vind ik het helemaal geen slechte levensles: sommige mensen zijn gewoon klootzakken en zullen niet veranderen. Kinderen mogen dat best weten.’

Monden voor verschillende gezichtsuitdrukkingen van Olivier

Broedplaats

Het moge duidelijk zijn dat Mascha Halberstad niet het soort filmmaker is dat zich laat leiden door de wensen van het grote publiek. In haar woorden: ‘Van mijn kant is deze film met nul commerciële intenties gemaakt. Zo denk ik gewoon niet. Als autodidact ben ik altijd maar gewoon afgegaan op mijn eigen smaak en intuïtie. Wat trouwens niet betekent dat mijn wil altijd wet is, hoor. Juist omdat ik niet formeel als filmmaker ben opgeleid, ben ik erg blij om ervaren mensen om me heen te hebben. Vooral op verhaalniveau vond ik zo’n lange speelfilm een monsterklus; daarbij viel het technische werk haast in het niet.’

Tijdens het jarenlange maakproces dacht Halberstad maar zelden na over wat er zou volgen als de film eenmaal af was. ‘Het is zulk intens werk, dat slokt je helemaal op. Toen we op zeker moment hoorden dat Knor was geselecteerd voor het filmfestival van Berlijn was dat een totale verrassing. Ik weet nog dat er een journalist van The Hollywood Reporter langskwam die een vroege versie van de film had gezien en daar helemaal lyrisch over was, en toen pas viel bij mij het kwartje: goh, misschien gaan mensen het wel heel leuk vinden wat we maken.’

Zoveel is intussen wel duidelijk, ja. Er worden momenteel versies van Knor voorbereid in alle mogelijke talen: Engels, Frans, Spaans, Japans. Wat dat voor Holy Motion zal betekenen, durft Halberstad nog niet te zeggen. ‘Maar we zullen niet opeens heel andere producties gaan maken. Ik denk dat Knor juist aanslaat omdat we onze eigen koers hebben gevaren. Wat ik in elk geval hoop, is dat onze studio een plek kan worden waar veel talent samenkomt. Een soort broedplaats, waar makers zich kunnen ontwikkelen en lekker vrij voelen, zoals ik dat zelf na mijn studie ervoer bij de VPRO. Er lopen hier mensen rond met zo veel technische kennis en zo veel liefde voor het vak – ik zou het zonde vinden als dat niet wordt doorgegeven.’

Meer over Knor