Het zijn bekende, indringende archiefbeelden: de Duitse concentratiekampen die worden bevrijd, uitgemergelde gevangenen die door geallieerde soldaten naar buiten worden geleid. Minder bekend is het feit dat sommige van die gevangenen meteen opnieuw werden opgesloten. Niet omdat ze iets ernstigs hadden misdaan, maar wederom vanwege hun identiteit. Deze mannen waren voor de oorlog opgepakt op grond van Paragraaf 175, een Duitse wet die homoseksuele handelingen verbood. En nu, na de onderbreking van het nazikamp, moesten ze de rest van hun straf uitzitten.
De Oostenrijkse cineast Sebastian Meise vertelt: ‘Ik stuitte op dit relatief onbekende gegeven toen ik een boek las over de queergeschiedenis van Hamburg. Ik wilde er meteen meer over weten, het is zoiets onvoorstelbaars: dat je door een hel bent gegaan en eindelijk wordt bevrijd, maar alleen voor jou houdt die hel niet op. En wat de geschiedenis extra wrang maakt, is dat het hier in feite gaat om een naziwet. Paragraaf 175 stamde uit de negentiende eeuw en stond voor de oorlog al ter discussie, maar werd in de jaren dertig nog eens flink aangescherpt door de nazi’s. Na de oorlog bleef in West-Duitsland de naziversie van de wet van kracht. Pas in 1969 werd de wet afgezwakt, en in 1994 helemaal geschrapt.’