Geweld tegen vrouwen is alomtegenwoordig in de media. Met The Fall draagt U daaraan ook bij.
‘Ik had mijn personages al lang en breed bedacht voor die hele discussie losbarstte. De aanleiding was trouwens erg genoeg: enkele geruchtmakende verkrachtingszaken hier in Engeland. Toen ontstond de vraag wat we de kijkers wel en niet moeten laten zien. Mijn doel met The Fall is juist altijd geweest om het fenomeen van geweld tegen het vrouwelijk lichaam onder de loep te leggen en van alle kanten te onderzoeken.’
The Fall draait om de jacht op Paul Spector, een seriemoordenaar. Wat spreekt U als schrijver daarin aan?
‘Seriemoordenaars fascineren me nu eenmaal, net zoals vampiers en weerwolven. Het ligt natuurlijk voor de hand dat zulke mythes voortkomen uit de menselijke behoefte om de beestachtigheid in onszelf te verklaren. De duistere kant die we allemaal hebben. Vraag is alleen, wat doe je ermee.’
Maar uw moordenaar is aantrekkelijk. U maakt een sexy dertiger van hem, met zo’n hip baardje. Terwijl hij gruwelijk gewelddadig is tegen vrouwen.
‘Maar de waarheid is dat het vaak zo is. Hoe vaak zeggen de mensen in de omgeving later niet: oh my god, hij? We hadden geen idee, hij is zo aardig en zo netjes. Moordenaars zien er meestal heel gewoon uit en er zijn ook mooie mannen bij. Een mens kan vele gedaantes hebben. Dat is een ongemakkelijke waarheid, die we onder ogen moeten zien.’
Critici vragen zich af of dat nog wel verantwoordelijk is, in een tijd van loverboys en raps waarin alle meisjes bitches zijn.
‘Ik vind van wel. Paul Spector is knap, sympathiek, complex en gevaarlijk. Dat kunnen veel mensen niet aan, men wil liever zwart-wit. Maar dat levert geen interessante serie op. De meeste dingen die de moeite waard zijn in het leven zijn nu eenmaal complex. Zoals seksualiteit. Dus die kritiek kan er wel zijn, maar een scenarist moet dat naast zich neerleggen, wil hij serieus zijn.’
Aan de andere kant: vrouwen vallen al sinds mensenheugenis voor foute mannen.
‘Ja, en dat is voor mannen heel verwarrend denk ik. Want als man wil je een fatsoenlijke interactie met vrouwen, althans voor mijzelf is dat heel duidelijk. Maar niet alle vrouwen zijn daarop uit. Het zou moeten gaan om wederzijdse liefde en respect, maar de realiteit is dat we niet altijd willen wat goed voor ons is. Soms willen het slechte, uit verslaving of een onbewuste drang tot zelfdestructie. Of gewoon zomaar. Voor lang niet alle gedrag is altijd een verklaring. Zelfs mensen die veelvuldig aan zelfanalyse doen, kunnen hun eigen gedrag niet altijd verklaren. Vaak doen we gewoon maar wat.’
Het is ook de tijdgeest, er is sprake van een opleving van het feminisme en een groeiend bewustzijn over de scheefstand in de representatie van vrouwen in de media. Zo wordt er bij vrouwelijke politici aantoonbaar meer geschreven over het uiterlijk, om maar een voorbeeld te noemen.
‘Het is duidelijk dat er werk aan de winkel is op dat gebied. En het is ook waar dat veel vrouwelijke personages slecht behandeld worden door het drama; je ziet de ergste dingen in series. Zelf ben ik ook geen fan van goedkoop, sensationeel geweld. Onlangs sprak ik iemand die zei dat ze er niet meer tegen kon om nog maar naar iets te kijken met geweld tegen vrouwen. Daar kan ik wel inkomen. Maar je kop in het zand steken is niet goed.’