In de Vlaamse serie Gevoel voor tumor denderen we in hoge vaart het leven binnen van de 25-jarige Tristan. Hij heeft zich volledig gestort op zijn studie geneeskunde en gokt op een carrière in de prestigieuze neurochirurgie, in zijn vrije tijd is hij de koning van het rugbyveld en ook bij de meisjes scoort hij prima. Het verhaal wordt meeslepend neergezet, in een aanstekelijke sfeer van vrolijke branie die doet denken aan de voetbalcomedy All Stars.
Die sfeer wordt in de eerste aflevering lang genoeg doorgevoerd om de plotselinge wending tegen het einde goed te laten aankomen: Tristan, die we net met veel aplomb een training in slechtnieuwsgesprekken hebben zien volgen, blijkt kanker te hebben. Daar gaat dat onbezorgde leventje. Angst en onzekerheid komen ervoor in de plaats. En ook dat laten de makers ons merken, in surreëel getinte scènes die goed overbrengen hoe Tristan zich voelt.
Gevoel voor tumor is een gedurfde comedy over een moeilijk onderwerp waar veel mensen mee te maken krijgen. Daar zijn er niet veel van. Slechts een enkele seriemaker durft het aan grappig te doen over zoiets ernstigs. The Big C met Laura Linney uit 2011 was een gunstige uitzondering, maar Gevoel voor tumor gaat een stap verder. Deze serie laat gedetailleerd zien wat een patiënt doormaakt tijdens de emotionele achtbaan die de diagnose kanker veroorzaakt en gaat het monster met veel humor te lijf, zonder de harde realiteit weg te poetsen. Dat is een bijzondere prestatie, die werd bekroond met de Prix d’Europe voor beste tv-serie van 2018.