Johan van der Keuken kreeg zondagavond uit handen van staatsecretaris Van der Ploeg de Bert Haanstra Oeuvre-prijs, de hoogste onderscheiding voor een filmmaker in Nederland.
Van der Keuken begon al op 17-jarige leeftijd met fotograferen. In 1958 maakt hij zijn eerste film. Vorig jaar werd zijn fotocollectie aangekocht door een Parijs fotomuseum. Hij reist met zijn laatste film De Grote Vakantie, waarin hij reflecteert op de ziekte die hem nog altijd parten speelt, de wereld rond.
Van der Keukens werk is divers, maar bevat wel een aantal constanten. Hij is voortdurend op zoek naar tegenstellingen en spannende combinaties. In formele zin door montage, compositie en kleurgebruik, in inhoudelijke of dialectische zin door het tegenover elkaar plaatsen van schier onverenigbare elementen.
Daarin laat ook de 'leerling-Marxist' in Van der Keuken zich niet onbetuigt. Zijn films zijn altijd een analyse van de maatschappij, zoals die zich aan de maker aandient. Zijn beroemdste film is wellicht Amsterdam: Global Village, waarin hij zijn woonplaats in grote, maar ook kleine filmische gebaren met het lot van de gehele wereld verbindt.
Van der Keuken heeft altijd waardering gekend, maar internationaal is zijn ster pas de laatste jaren flink gestegen. Hij is een geziene gast in Frankrijk, Duitsland en Italië, waar naar zijn zeggen nog een echt debat over film en maatschappij gevoerd wordt.
Huib Stam