De favorieten van de Filmtijgerredactie

Lijstjes met ervaringen in Rotterdam

Redactie Filmtijger ,

De indrukwekkendste scènes, de slechtste projectie en een oude knorrepot. Persoonlijke terugblikken op het 31ste Rotterdamse filmfestival.

JAN PIETER EKKER (in willekeurige volgorde):

  • Hou Hsiao Hsien: de filmmaker én de zanger.
  • De installatie Film ist. en Peter Greenaways presentatie van zijn Tulse Luper Suitcase-project.
  • Elegia dorogi van Alexander Sokurov (in de bioscoop; de projectie tussen de schilderijen van het Boymans was erg slecht).
  • De lezingenreeks What (is) Film: een dagelijkse bron van ergernis, maar desalniettemin een te prijzen initiatief
  • De vertoning van Onvoltooid tegenwoordig en Laatste woorden: goed om Johan van der Keuken nog eens te zien.
  • Donnie Darko, Don's Plum en Ghost World: aangenaam, intelligent Amerikaans vermaak.
  • De videoclips van Michel Gondry.
  • De geanimeerde openinsscène van Miike Takashi's horrormusical The Happiness of the Katakuris.
  • De special effects en de bombastische soundtrack van Oshii Mamoru's Avalon.
  • Jakob, de oude knorrepot in Eugenie Jansens Tiger Award-winnaar Tussenland.

    GERHARD BUSCH
    Mijn prijzen gaan dit jaar naar:

  • Beste film met een einde dat eigenlijk te gemakkelijk en toch uitermatedoeltreffend is: Fat Girl ( Catherine Breillat)
  • De film die nogmaals bevestigt wat ik allang weet, namelijk dat we nog veel vande Mexicaanse acteur Gael Garcia Bernal (Amores Perros)gaan horen: Y tu mama
    tambien (Alfonso Cuaron)
  • De film die bewijst dat Oostenrijkers (oneindig) meer gevoel voor humor hebben dan hun bovenburen: Hundstage (Ulrich Seidl)
  • De film die mij een uur lang naar een houthakker liet kijken, zonder dat ik memaar een minuut verveelde: La Libertad ( Lisandro Alonso)
  • De filmmaker waar niemand dit festival omheen kon, maar die we in volgendeedities maar eens in zijn eigen garnalenvet moeten laten gaarkoken: Miike Takashi (Ichi the Killer, enz)

    KEVIN TOMA
    1. Het mooiste filmmoment
    In de film Lan Yu wordt een jonge student verleid door een rijke zakenman, en interpreteert de one night stand als het begin van zijn eerste echte liefde. Na de bewuste avond treffen de twee elkaar bij een bushalte . De student heeft zijn sjaal vergeten, de zakenman biedt hem de zijne aan. De jongen stapt aarzelend naar voren, en krijgt de sjaal om zijn hals gehangen. Voor hem is dit een groot moment in zijn leven, wat regisseur Stanley Kwan Kam- Pang prachtig verbeeldt door de snelle montage van tegenshots: de man die dichterbij komt, de jongen die hem aankijkt, enzovoort. Zoiets valt wel op in een film die zich verder een kalm tempo aanmeet. Zolang je steeds weer met zulke momenten van filmische poëzie geconfronteerd kunt worden, geloof ik niet in de dood van de cinema.

    2. De grootste verrassing
    De films van Miike Takashi werden tijdens het festival van alle kanten 'aangeprezen' als ongeëvenaarde orgieën van geweld. Inderdaad, een film als Ichi the Killer biedt een overvloed aan geestverruimende bloederigheid. Maar niemand heeft het over het middengedeelte van de film, waar geen druppel vloeit en Miike op een originele manier in de geest van zijn karakters duikt. Een aangename verrassing , en je zou wensen dat Miike eens een echt psychologisch drama maakt zonder lijken en kokende olie.

    3. De slechtste projectie
    A Chronicle of Corpses (Andrew Repasky McElhinney) is een moeilijk te verteren film. Te afstandelijk voor een pakkend kostuumdrama, niet spannend genoeg voor een horrorfilm. Straub en Huillet op de gothische toer, zoiets. Maar de film verdiende een betere projectie dan hij kreeg op donderdag 31 januari in Pathé 6 . Het eerste half uur werd het beeld ontsierd door een voor de projector wapperende haar. Vervolgens begon het geluidsspoor vreselijk te slippen, en dat werd naar het einde toe alleen maar erger. De film ging steeds meer klinken als een walkman met bijna-lege batterijen. De zorgvuldig uitgekozen klassieke muziek werkte zo alleen nog maar op de lachspieren. En de regisseur? Die stond erbij en keer ernaar.

    FRED HERMSEN
    Feelgood hoogtepunten:
    De tranen van Máxima én alle112 minuten van Ghost World - ik wilde dat die film nooit meer ophield.

    Meest indrukwekkende films, ondanks steeds opkomend gevoel van weerzin:
    Hundstage en Bully. Hundstage omdat Ulrich Seidel dingen laat zien die zo privé zijn dat je er eigenlijk geen getuige van wilt zijn; Bully omdat Larry Clark opnieuw op een indrukwekkende manier doordringt in de geheime wereld van van volstrekt nihilistische tieners.

    Meest lachwekkende film ondanks grote pretenties: Dias de Nietzsche em Turin, omdat het door de mega- maxi
    monstersnor waarmee Júlio Bressane zijn hoofdrolspeler had getooid wel 20 minuten duurde voor je door had dat de teksten van een voice-over waren, en niet onder de snor vandaan kwamen. Tevens quote van de dag: 'Mijn snor is mijn filter'.

    TIBOR DEKKER
    Films over een familie met een gehandicapt kind , kunnen makkelijk mislukken. Komedies daarover al helemaal. Mein Bruder der Vampir werd onderscheiden met een prijs van internationale filmjournalisten ( Fipresci-prijs). Het is dan ook een mooi gefilmd, met lekkere muziek ondersteund en vefrissend grappig debuut van Sven Taddicken

    De film waarvan je niet snel aan iemand uit kunt leggen waarom hij goed is, maar tot nu toe wel elke keer hebt geprobeerd: Donnie Darko

    In Rotterdam vergaarde wetenswaardigheid omtrent een hopeloze carrière: Charlie Sheen is eigenlijk alleen goed als hij zichzelf speelt (dit jaar in Lisa Picard is Famous, twee jaar geleden in Being John Malkovich).

    MARIE-SUZANNE ASSIÉ
    Hi, Teresha. Een meisje van 15 jaar wil modeontwerpster worden. Met pijn en moeite wordt ze toegelaten op een school met grote beloftes. Later blijkt het een naaifabriek te zijn. Nieuwsgierig als een puber is, ontdekt ze drank, jongens en roken. Dramafilm in zwart-wit, duidelijk verhaal met een open einde.

    GEERT VAN DE WETERING
    Hoe indrukwekkend films op het grote doek van Pathé 1 ook mogen zijn, het meest ontroerd werd ik door de houtskooltekenfilm geprojecteerd in een medicijnkastje van nog vierkante meter grootte. Deze animatiefilm van William Kentridge werd vertoond op de tentoonstelling Other than film in TENT, centrum voor beeldende kunst. Mocht u de havenstad binnenkort aandoen, gaat dat zien.

    Als je wilt leren schrijven, moet je veel lezen. Als je filmmaker wilt worden, moet je vaak naar de bioscoop gaan. Een filmfestival kan wat dat betreft een goede leerschool zijn. Je kan ook kijken naar een film om te zien hoe het niet moet. De film De dagen van Nietzsche in Turijn is een schoolvoorbeeld. Niets klopt aan deze film: het geluid verkeerd, het camerawerk ronduit bedroevend, de verhaallijn zonder enige structuur en er wordt hemelschreiend slecht geacteerd. Een wassen beeld zou een betere prestatie afleveren. Kortom: dilettantisme in zijn meest sneue vorm.

    Twee Amerikaanse films, Ghost World en Storytelling, maakten gelukkig veel goed. Todd Solondz (Ghost World) leverde wederom het bewijs dat iedereen een dubbelleven leidt, Terry Zwigoff laat zien dat niet elke droom van een Amerikaan per se De Amerikaanse Droom hoeft te zijn. God bless!

    GERTJAN KUIPER
    Emotie
    Weinig kan tippen aan de fragmenten uit Paisà, Roma, cità aperta en
    Germania anno zero van Roberto Rossellini, in Martin Scorsese's Il mio
    viaggio in Italia. Oh, Anna Magnani!

    Overbodig
    Je hebt goede films en slechte films, beiden hebben recht van bestaan.
    Daarnaast zijn er matige films, grijzige niksers, niet eens slecht te
    noemen. Wendigo is zo'n film. Wendigo had niet gemaakt hoeven worden.

    Festivalsnoepje
    Er zijn altijd films waar je, na het zoeken, verwachten en teleurgesteld
    worden naar smacht. Films die buiten het festivalcircuit weinig
    levenskansen hebben. Chicken Rice War is zo'n film; en kwam gelukkig
    precies op tijd.