'Toen Anderton de jongeman zag binnenkomen, was zijn eerste gedachte: Ik word kaal. Kaal en dik en oud.'
Zo begint het in 1956 gepubliceerde verhaal ' The Minority Report' van de Amerikaanse SF-schrijver Philip K. Dick. Steven Spielbergs (bijna) gelijknamige film Minority Report begint ook met Anderton, zij het in een iets dynamischer scène. We zien hoe deze John Anderton, hoofd van de afdeling PreCrime, op het laatste nippertje een moord weet te verijdelen. Hij was ingeseind door zijn Pre-Cogs, drie genetisch gemanipuleerde stakkers die gekweld worden door koortsvisioenen waarin ze moorden zien gebeuren nog voordat ze gepleegd zijn. Anderton en de Pre-Cogs zijn een groot succes, al zes jaar is er in het Washington van 2054 geen moord meer gepleegd.
Pas nadat Spielberg ons in de adembenemende beginscènes heeft getoond wat PreCrime precies behelst, laat hij Anderton de eerdergenoemde 'jongeman' - iemand van justitie die bedenkingen heeft bij het inrekenen van mensen die (nog) geen misdaad hebben begaan - ontmoeten.
Het is niet het enige verschil met Dicks korte verhaal. Niet alleen is Anderton in plaats van kaal, dik en oud: viriel, atletisch en Tom Cruise, er worden ook verhaallijnen toegevoegd. Daar verder op ingaan zou veel plezier bederven, want Minority Report is naast alle interessante vragen die de film opwerpt over vrije wil, preventieve opsluiting, en de verwerking van schuldgevoelens, bovenal een murder mystery. Want Anderton verandert van jager in prooi als hij door de Pre-Cogs wordt aangewezen als moordenaar van een man die hij nog nooit ontmoet heeft.