De financieringsmaatschappij legde meer dan 10 miljoen euro in, maar trok zich terug. Beide partijen vinden dat zij aan hun verplichtingen hebben voldaan en daarom recht hebben op de filmrechten.
'Het is mij onmogelijk gemaakt de film te realiseren. Waarom de stop eruit is getrokken, begrijp ik niet', zei Houwer geëmotioneerd aan het eind van de zitting. Veel verwijten gingen over en weer tussen de advocaten van beide partijen. Volgens advocaat R. le Poole van de productiemaatschappij Nedfilm heeft Arteco 'zijn fiscale zaakjes niet voor elkaar'. Raadsman R. Wigman van Arteco verwijt Houwer en Nedfilm dat 'niemand in de keuken mocht kijken'.
De filmrechten zijn volgens Wigman nu in handen van Arteco, die aan alle verplichtingen heeft gedaan. Le Poole zegt dat Houwer de filmrechten nog steeds bezit. In 1985 kocht de voorloper van Nedfilm deze van Engelandvaarder Erik Hazelhoff Roelfzema, over wie de film zou moeten gaan.
Uitspraak volgt op 20 juni.
(bron: ANP)