Dat er nou geen enkel hobbitliedje in zit, dat vond Ron Ploeg van de
Hobbitons een teleurstelling toen hij het eerste deel van Peter Jacksons
verfilming van The Lord of the Rings zag. Hobbits zingen bijna altijd: een
wandelliedje, een badderliedje, een dranklied, een liedje voor het slapengaan.
Liedteksten te over, in de boeken van J.R.R. Tolkien. Ploeg en zijn compagnon
Willem van Wordragen hebben er zestien op muziek gezet.
'Ik heb m'n
muziek nog opgestuurd naar Peter Jackson. Partituur en cd', zegt componist Johan
de Meij. Zijn Symfonie nr.1, The Lord of the Rings uit 1988 - eerst voor
blaasorkest, nu ook in symfonische versie - is wereldwijd een van de meest
gespeelde Nederlandse werken. Maar hij kreeg een keurig briefje dat er met
Howard Shore al was voorzien in een componist voor de filmscore van The Lord of
the Rings. 'Mijn muziek leidt misschien te veel af', vermoedt De Meij. 'Het
grote verschil is dat ik probeer beelden op te roepen die er niet zijn en Shore
zeer vakkundig muziek legt onder beelden die er wel zijn. Dat is een heel ander
concept.' Geen slecht woord dus over Shore, die voor de eerste twee delen van
het megafilmproject meters partituur heeft volgeschreven. Maar, vindt De Meij,
de muziek is misschien niet 'echt Tolkienisch' en zou ook zo onder een andere
film kunnen.
'Echt Tolkienisch' is een ruim begrip. Werken van
schrijvers als Torquato Tasso en Tarquate en Shakespeare zijn door klassieke
componisten behoorlijk vaak op muziek gezet, maar geen enkel literair oeuvre is
tot zoveel verschillende muzikale genres doorgedrongen als dat van Tolkien. The
Tolkien Music List op internet telt maar liefst 150 pagina's discografie met
meer dan duizend titels door 759 verschillende componisten en uitvoerenden. Veel
celtic en new age - de Oostenrijker Heinz Strobl noemt zich in alle ernst
Gandalf en zijn collega Pippa Armstrong zingt als Vrouwe Galadriel ook nog een
liedje mee. De Zweed Bo Hansson maakte in 1970 de klassieker Sagan om ringen die
als 'progressive instrumental' te boek staat.
Er zijn koorwerken en
kinderliedjes over hobbits, verschillende vormen van jazz, rock, world fusion,
hiphop en psychedelische muziek waarin orks marcheren en elfen rondgalopperen,
en er is een breed scala aan death, black, power, en fantasy metal, vooral om de
duistere creaturen in dienst van de zwarte heerser Sauron te verklanken. Het
zou de moeite waard zijn te onderzoeken of er dwars door al die genres muzikale
archetypes zijn: bepaalde muzikale figuren en harmonische schema's die zowel in
punkmuziek als in new age een trol of een hobbit verbeelden.
'O, het
wemelt van de clichés', zegt De Meij luchtig over zijn werk. 'De lage partijen
van het Gandalf-thema, dat elfachtige van Lórien, het beetje boertige
volksdansje van de hobbit, het grillige van Gollum in de sopraansax en het
angstaanjagende van de Journey in the dark met de lage, doffe trommels. Maar
juist die clichés horen bij bepaalde beelden.'
Zo blijkt voor hobbits
melodische eenvoud een gemeenschappelijke factor. Filmcomponist Shore gebruikt
een Peer Gynt-achtige fluitmelodie om de idyllische sfeer in Hobbitstee aan het
allereerste begin van de film neer te zetten. Jazzpianist Michiel Braam, die in
1998 het stuk De hobbit maakte voor een optreden met rietensemble Calefax, voegt
daar een wat springerig ritme aan toe. 'Ze hebben iets lichtvoetigs, omdat ze
zich heel goed kunnen verbergen. Daar kun je wel iets met triolen of staccato
bij associëren', verklaart hij.
Inderdaad komen ook in het Hobbit-
thema van De Meij springerige staccatonoten voor, alleen verandert het thema na
ruim honderd maten in een ietwat plechtstatige Hobbithymne in driekwartsmaat. De
Meij: 'Ik wilde ook iets typisch British maken, want het boek is heel Engels,
net als Tolkien met die pijp en stiff upperlip. Bij die Hobbits hoort een Elgar-
achtige Pomp & Circumstance.
De hymne laat zich zo op het gehoor zeer
goed rijmen met de grootse kroning van de hobbits Sam en Frodo, wanneer hun
taak is volbracht en ze na hun ontberingen weer op de been zijn. Want niet
alleen de hobbits heeft De Meij muzikaal raak weten te typeren, in zijn hele
vijfdelige compositie is volgens een lid van het Nederlandse Tolkiengenootschap
Unquendor het verhaal van noot tot noot te volgen zonder woordelijke toelichting
.
De 'Tolkien-componisten', blijkt bij een kleine rondgang langs
enkele Nederlandse musici, zijn te verdelen in degenen die zich laten inspireren
door het verhaal of een enkel aspect eruit, maar zich er verder weinig van
aantrekken. Zo vond Michiel Braam 'het gegeven van de reis' wel praktisch als
uitgangspunt, en hij heeft er zelf bij het componeren wel hobbits, dwergen en
draken bij bedacht, maar 'ik vind het volkomen onbelangrijk dat de luisteraar
erin hoort wat mijn inspiratie is geweest'.
Saxofonist Dick Vennik
zette in 1989 met zijn sextet en het Rein de Graaff Quartet het nummer Moria op
cd. Freejazz waarin het flink spookt, maar niet per se met de monsters van
Tolkien. 'Ik had een titel nodig', zegt Vennik. En hij had het boek gelezen en
er 'een knal' van gekregen. Net als toen hij de eerste keer Charlie Parker
hoorde, of Thelonius Monk of Stravinsky. Maar een echte Tolkienfan noemt hij
zich niet en zijn akkoordenschema heeft niet echt iets met de kerkers van Moria
te maken. Braam is überhaupt niet zo'n lezer. 'Ik vind het al heel wat dat ik de
hele Hobbit in één vakantie heb gelezen.'
De Hobbitons komen van de
totaal tegenovergestelde richting. Hun hobbit-cd uit 1996 is meer een 'uit de
hand gelopen grap', ontstaan uit de gezellige Nijmeegse 'herbergavonden' van
Unquendor. Iets té gezellig voor het echt literaire werk, vandaar dat Ploeg en
Van Wordragen ook geen lid meer zijn. De gedichten van Tolkien zijn hun
uitgangspunt en niet gehinderd door al teveel muzikale kennis mompelde Ploeg net
zolang het tekstmetrum in een dicteerapparaatje tot er een soort melodie
ontstond. Van Wordragen zorgde vervolgens voor een acceptabele liedstructuur en
een beetje knusse instrumentatie met gitaar, fluit, vedel, accordeon en
draailier.
Bovendien hebben ze zich op hobbits toegelegd, want de
hobbits zijn toch 'de echte mensen' uit Tolkiens oeuvre. Ron Ploeg: 'Lekker
kneuteren, gezelligheid vooral. Ze willen eigenlijk alleen maar in hun holletje
zitten, maar ze kunnen ook dapper zijn.' En zo is volgens de Hobbitons ook hun
muziek. Eenvoudig, recht door zee, af en toe wat mijmerend, maar toch vooral
héél vrolijk. Met name de Bathsong, een in kwartsprongen plonzend melodietje, is
volgens Van Wordragen het 'summum van hobbitesk' gevoel.
En dat had
, vinden de twee Hobbitons eendrachtig, véél meer in de film gemoeten. Die hele
beroemde scène dat Frodo in herberg De Steigerende Pony op de tafel springt en
een lied zingt waarbij hij per ongeluk de ring omdoet, zit er bijvoorbeeld
helemaal niet in. 'Stom', zegt Van Wordragen. 'Echt stom.'
Johan de Meij: Symphony no. 1 The Lord of the Rings. Blazersversie: The Amsterdam Wind Orchestra o.l.v. Arie van Beek.
Amstel Classics symfonische versie: London Symphony Orchestra o.l.v. David Warble
Howard Shore: The Lord of the Rings, original motion picture soundtrack, Warner Music.
Rein de Graaff-Dick Vennik Quartet & Sextet: Jubilee, Timeless CD.