Het 61ste Filmfestival van Venetië, dat woensdag is begonnen, kent hectische eerste dagen. Voorstellingen beginnen uren te laat, zalen zijn te vol en anti- globalisten en lokale filmmakers protesteren hevig tegen de commercialisering van het evenement.
Het jongste probleem deed zich voor bij de vertoning van The Merchant of Venice van regisseur Michael Radford, waarin Al Pacino Shylock speelt: door een computerfout was er geen stoel beschikbaar voor Pacino , en dat leidde tot zoveel commotie dat de voorstelling uiteindelijk een uur te laat begon.
Bij andere films was de vertraging soms zo groot dat het publiek langzaam, ritmisch in de handen ging klappen uit onvrede. Finding Neverland, met Kate Winslet en Johnny Depp, begon pas om kwart over twee 's nachts.
Het festival staat dit jaar voor het eerst onder leiding van Marco Müller, die de regering Berlusconi beloofde het evenement 'opener' te maken. Zijn mede-organisatoren wijten de chaos op 's werelds oudste filmfestival aan de stijgende populariteit. 'We hebben een Ferrari-motor in een oude fiat 500 gezet.', zei Davide Croff, de president van de koepelorganisatie Biënnale.
De bezoekers waren minder onder de indruk. 'In mijn hele carrière als producer heb ik nog nooit zoiets meegemaakt bij een festival, en ik kom hier nooit meer terug', aldus Michael Linnello Cowan, de co-producent van The Merchant of Venice , tegenover de Italiaanse La Nuova.
De Amerikaanse producent Harvey Weinstein van Miramax was evenmin gecharmeerd van de organisatie. 'Welkom bij de ochtend-vertoning van Finding Neverland', zei hij tegen het publiek. 'Meneer Müller zal croissantjes serveren terwijl ik hem iets uitleg over timing. Daarna zal ik hem verdrinken in de Venetiaanse lagune met zijn voeten in een blok cement.'
Intussen werden de eerste dagen beheerst door de aanwezigheid van grote sterren als Steven Spielberg, John Travolta en Tom Cruise. Maar bijna evenveel aandacht ging naar obscure Italiaanse films.
De kaartjes voor een parallel lopend festival van Italiaanse Bfilms blijken populair onder jonge filmfanaten, helemaal nu Quentin Tarantino de daar vertoonde spaghetti-westerns en erotische komedies zijn inspiratiebron heeft genoemd.
Tarantino presenteerde dit Italian Kings of the B's-festival, dat rond de twintig B-films uit de jaren vijftig, zestig en zeventig doet herleven. Ook werd bekend dat modehuis Prada het project The secret History of Italian Film zal sponsoren; de komende vier jaar worden zogenaamde 'junk-movies' gerestaureerd.
De organisatie hoopt zodoende onbekende films te redden die nooit een plek in de filmgeschiednis hebben gehad maar nu, mede dankzij de DVD, een groeiend internationaal publiek hebben.
De B-films van het festival vormen een mix van erotische comedy's, westerns en oorlogsfilms. De bezoeker ziet een voortdurende stroom van 'politie-achtervolgingen, zombie kannibalen, mooie vrouwen onder de douche, weelderige bakkebaarden en kledingontwerpen die geen enkele designer tegenwoordig aan zou durven', aldus de Corriera della Sera.
De low-budgetfilms uit de jaren zeventig werden gemaakt in een tijd van politieke spanningen en censuur, vanwege het terrorisme in Italië in die dagen. In Cannibal Holocaust belanden vier Amerikaanse journalisten op het menu van een indianenstam in de Amazone en The Coup d'État behandelt de in 1972 reële angst voor een staatsgreep.
Andere films, zoals The Orgasm, zijn minder geweldadig.
(Bron: The Guardian)