Cameraman Paul van den Bos (onder andere Hollands Licht):
'Met een
filmcamera is mijn vak tamelijk ingewikkeld. Maar iedereen kan een videocamera
aanzetten en aan de gang gaan. En eindeloos veel opnemen, die videobandjes
kosten bijna niks. Pas achteraf in de montage bekijkt men dan wat men ermee doet
. Een filmcassette is veel duurder en levert maar tien minuten film. Tijdens het
filmen ga ik in m'n hoofd sorteren: dit beeld moet ik hebben, dat draai ik wijd
, dat close. Als cameraman registreer je dan niet alleen, je kiest. Omdat je
tijdens het draaien ook aan de montage denkt. Dat dwingt je op de toppen van je
kunnen te zitten. Je hebt vakmanschap nodig om het beeld dat je in de
camerazoeker ziet op film te krijgen. Als ik het een fractie fout belicht ziet
het er niet uit.
Met video kan het niet fout gaan, want de camera beslist
alles voor je: de belichting, de scherpte, de wit-balans. Je kunt niet op een
eigen wijze filmen, de camera bepaalt hoe het eruit komt te zien. Zo wordt het
een eenheidsworst, zonder cinematografische schoonheid. Ik ben helemaal niet
tegen video, werk er zelf ook mee, maar ben wel tegen de manier waarop er vaak
mee wordt omgegaan.'
Filmregisseur Heddy Honigmann (onder andere Het
ondergronds orkest, Crazy):
'M'n recente tv-serie Liefde gaat door de maag
werd met een kleine digitale videocamera gemaakt. Ik moest per dag een
aflevering van 25 minuten draaien, dat was nooit gelukt met een filmcamera. Als
je snel aan het werk wilt kunnen gaan, kies je voor de digitale camera, want het
is goedkoper, dus je hebt ook sneller het geld gefinancierd.
Maar het
risico van het werken met dv is dat de maker al gaat draaien zonder eerst te
hebben nagedacht. Doordat ik veel met film heb gewerkt, ben ik gewend eerst heel
precies te bedenken wat ik wil, wat ik zoek, voordat ik ga draaien. En dat zou
aan beginnende filmmakers geleerd moeten worden. Dat ze met de videocamera net
zo nauwkeurig te werk gaan als wij oudjes dat met de filmcamera deden, haha. Ze
hoeven heus niet alles van tevoren op papier te zetten, je kunt deels blijven
improviseren. Maar probeer een middenweg te vinden tussen de manier waarop wij
vroeger werkten en de mogelijkheden die dit nieuwe medium biedt. Zo kun je wat
van het oude cinematografische vakwerk behouden.'
Filmjournalist Ronald
Ockhuysen (de Volkskrant/Cinema.nl):
'Door het gebruik van de digitale
camera is de stijl van de hedendaagse documentaire veranderd. Cinematografisch
waardevolle films met een uitgekiende cameravoering maken meer en meer plaats
voor rommelige, lelijke videoproducties, gefilmd vanuit de broekzak van de
documentairemaker. Bij die films is het onderwerp, of de regisseur belangrijker
. Veel persoonlijke documentaires; videobrieven, egodocumenten. Of over oorlog,
sociale misstanden in alle uithoeken van de wereld. Interessant, maar meer
geschikt voor de televisie. Op een documentairefestival verwacht ik meer
artistieke films, die niet meteen verklappen waarover ze gaan, die de
toeschouwer verplichten tot actief meedenken en cinematografische kwaliteit
bezitten. Juist in deze tijd, waarin zo'n beetje iedereen een camera binnen
handbereik heeft, is de behoefte aan schoonheid en visie groot.'
Ally
Derks (festivaldirecteur IDFA):
'Wat een onzin dat onze documentaires
cinematografisch niet interessant zouden zijn door het gebruik van een digitale
videocamera. Beginners kunnen de fout maken om zonder plan te gaan draaien, maar
grote namen als Werner Herzog, Wim Wenders filmen allemaal op video, hoor. De
digitale techniek ontwikkelt zich nog steeds; je ziet bijna geen verschil in
beeldkwaliteit meer tussen high-definition video en 35 mm film. Een ontwikkeling
die al tien jaar aan de gang is en niet zal stoppen. In alle filmhuizen van
Nederland staan inmiddels video-beams waarop de documentaires digitaal worden
geprojecteerd. Ook het toekomstbeeld voor de speelfilm, of je dat nu wilt of
niet.
Vorig jaar vertoonden we Darwin's Nightmare en Three Rooms of
Melancholia. Beide op video gedraaid en toch door iedereen de hemel in geprezen
om de cinematografische kwaliteit. En we hadden ook Liberia, waarin de vechtende
rebellen en regeringspartijen maandenlang gevolgd werden met een videocamera in
de direct cinema-traditie. Dus met schokkerige beelden en slechte belichting.
Maar ik heb hem gekozen omdat de film toch de diepte in ging, en veel losmaakte
bij de kijker. Documentaire is vorm én inhoud.
Er zijn 150 nieuwe films
geselecteerd uit de 2700 inzendingen. Met hulp van gerenommeerde kenners van de
artistieke film als Peter van Bueren en Jannie Langbroek heb ik de uiteindelijke
selectie gemaakt. Ik ga niet beweren dat het allemaal cinematografische
hoogstandjes zijn, daarvoor is de invloed van de televisie te sterk, wat vooral
merkbaar is bij de Nederlandse documentaires; de televisie is een belangrijke
geldschieter. Toch beweer ik dat het cinematografisch gehalte van al deze
documentaires niet afhangt van het gebruik van de digitale videocamera. Maar van
het kunstenaarschap van de maker.'