In documentaires staat tegenwoordig steeds vaker de maker centraal. Met als prominent voorbeeld regisseur Michael Moore. Zijn ludieke aanwezigheid in Bowling For Columbine en Fahrenheit 911 was zeker zo belangrijk voor het wereldwijde succes van de documentaires als het eigenlijke onderwerp ( respectievelijk wapenmisbruik in de VS en de oorlog in Irak). En als je de avonturen van Morgan Spurlock - die zich voor Super Size Me een maand lang volvrat bij McDonald's - uit de documentaire weghaalt, blijft er niet meer dan een dun verhaaltje over de fast food-industrie over.
Bovenstaande ego- documentaires wekken de suggestie onderzoekend te zijn, maar erg journalistiek gaan de makers niet te werk. Het is onderbuikjournalistiek. Persoonlijk, bevooroordeeld, en emotioneel.
Hoogtepunt en misschien wel eindpunt van die ontwikkeling is het autobiografische Tarnation van Jonathan Caouette. Je zou kunnen zeggen dat Tarnation over gekte gaat. Want de moeder van Jonathan is schizofreen, Jonathan zelf lijdt aan een depersonalisatiestoornis (voelt zich toeschouwer van zijn eigen leven), en ook bij zijn grootouders, die hem hebben opgevoed, zit duidelijk een steekje los.
Maar aanknopingspunten om verder te gaan dan deze simpele vaststelling biedt de film niet. Tarnation laat zich niet rationeel benaderen. Het is een film die je moet ondergaan. Caouette grijpt de kijker bij de keel en trekt hem zijn eigen, verknipte wereld binnen. En doet dat op een verbluffende manier.
Tarnation is een 88 minuten durende kakofonie van beeld en geluid, samengesteld uit home video's, familiefoto's, beelden uit tv-series, fragmenten uit speelfilms, flarden van telefoongesprekken , enzovoort, enzovoort.
Het is alsof je in het hoofd van Caouette zit. Beelden gaan in elkaar over, herhalen zich, splitsen zich. En elke scène is gemonteerd op de desolate muziek van bands als Low, Sigur Rós, Magnetic Fields en de Red House Painters.
In interviews werd Caouette gevraagd hoe hij zijn eigen film zou omschrijven. Hij kwam niet verder dan: 'Het is een documentaire, en toch weer niet. Het is een musical, een horrorfilm, een kunstfilm, en toch weer niet. Ik weet werkelijk niet hoe ik het moet noemen - een dagboek? Ik heb het alleen gemaakt om een bepaald gevoel op te wekken, niet om een verhaal te vertellen. Het moest onder je huid gaan zitten.'
Dat dat ook inderdaad gebeurt heeft naast de hallucinerende beelden ook te maken met de opmerkelijke levens die in de film beschreven worden.
Jonathans moeder, Renee LeBlanc, raakt na een val als kind tijdelijk verlamd aan beide benen. Omdat de dokters vermoeden dat ze de verlamming simuleert wordt ze onderworpen aan schoktherapie. Twee keer per week, twee jaar lang. De verlamming verdwijnt, maar Renee is daarna nooit meer dezelfde.
Kortstondige relaties heeft ze nog wel, maar als Jonathan in 1972 in Houston, Texas, geboren wordt, is zijn vader allang weer verdwenen. Het dieptepunt in Jonathans traumatische jeugd volgt als Renee hem in een psychotische opwelling van Texas meeneemt naar Chicago. Eenmaal aangekomen worden beiden ontvoerd en wordt Renee voor de ogen van de dan vierjarige Jonathan verkracht.
Caouette gebruikt in Tarnation geen voice over waarin hij de kijker vraagt om sympathie voor zijn wrede lot. De afschuwelijke gebeurtenissen worden in korte, zakelijke tussentitels vermeld, en maken wellicht daarom nog meer indruk.
Op zijn elfde verjaardag krijgt Caouette een videocamera cadeau, en vanaf dat moment zal hij zijn eigen leven en dat van zijn familie vastleggen. Het levert aangrijpende momenten op. Van Jonathan, die als 11-jarige (veel te) overtuigend een mishandelde vrouw speelt, of als 12-jarige opvallend nonchalant aan de camera bekent dat hij gay is en dat zijn hele leven heeft geweten. Maar ook ontluisterende beelden van zijn verwarde moeder die als een klein kind met een pompoen speelt, of van zijn grootmoeder die zonder gebit in smeekt dat Jonathan nou eindelijk eens die verdomde camera uitzet.
Op momenten als deze wordt de film ongemakkelijk . Schendt Caouette hier niet het vertrouwen en het recht op privacy van zijn moeder en grootmoeder? Beiden wisten immers niet dat de home video's ooit nog eens in een documentaire gebruikt zouden worden. Het zijn ethische vragen die in de komende tijd vaker gesteld zullen worden, want door de opkomst en beschikbaarheid van goedkope videocamera's neemt de hoeveelheid familiefilmpjes explosief toe.
De trend is al zichtbaar. In documentaires als Capturing the Friedmans (2004) - over een van incest verdachte vader - speelden oude familiefilmpjes een hoofdrol, en op het afgelopen IDFA (het International Documentary Festival Amsterdam) was het controversiële Crazy Like They Are van Cameron Pearson te zien.
Daarin toont Pearson de vernederende aftakeling van zijn aan Parkinson lijdende oma. We zien hoe zijn oma gedoucht wordt, naar de wc gaat, hoe ze in luiers wordt gehesen. Dat oma niet gefilmd wil worden is overduidelijk. Halverwege die film zit een scène waarin Cameron via de deuropening zijn oma filmt terwijl ze naakt op de rand van haar bed zit. Het kromgetrokken mensje jammert, kreunt, lijdt. Het duurt even voordat ze door heeft dat haar kleinzoon haar filmt. Warrig roept ze: 'You fool, you fool. They got you crazy like they are!' Dan een helder moment: 'I will not let you take my picture!'
Pearson, de regisseur van Crazy Like They Are, maakte net als Caouette jarenlang overal opnamen van in de hoop die ooit nog eens in een film te kunnen gebruiken. Met één belangrijk verschil: Pearson is een gemankeerde filmmaker en een 'megalomane mislukking' (zijn eigen woorden) en Caouette is een natuurtalent.
De ethisch wankele momenten in Tarnation worden door de enorme artistieke kracht van de film snel naar de achtergrond gedrongen. Toch is het niet denkbeeldig dat in de toekomst documentairemakers voor de rechter zullen worden gedaagd door verontruste familieleden, die zo zullen proberen af te dwingen dat hun geliefden gevrijwaard blijven van dergelijke exploitatie.
Overigens hebben de moeder en grootvader van Caouette (zijn grootmoeder is inmiddels overleden) de film gezien. Volgens de maker vonden ze de film indrukwekkend en hadden ze vrede met hun rol daarin.
In de promotie van Tarnation wordt vaak de nadruk gelegd op het feit dat Caouette de film zonder enige filmopleiding op een gewone Apple-computer en met behulp van het freeware- programma iMovie in elkaar heeft gezet. Totale kosten: $218.32. Oftewel: de prijs van 10 filmtapes. Dat de film uiteindelijk, nadat alle gebruikte popsongs en tv- en filmfragmenten waren betaald bijna een half miljoen dollar kostte, wordt meestal weggelaten.
Wat precies de werkelijke kosten waren, is ook niet zo belangrijk. De grootste waarde van Tarnation is de geruststellende gedachte die er van uitgaat dat er op dit moment ergens op een zolderkamertje - ver weg van de grote filmstudio's en uit de greep van onderzoeksbedrijven en marketingbureaus - iemand zit te werken aan een volgend, eigenzinnig meesterwerk .