De Britse kunstenares Frances Turner schilderde eens een portret van Stephen Dwoskin waarop de filmmaker naakt is afgebeeld (hoofd en borststreek). Er zitten groeven in zijn huid, waarvan delen geel, groen of paars zijn. Daardoor zou hij ongezond en kwetsbaar ogen, als zijn gezicht tenminste niet zo onverstoorbaar was; met een krachtig gekamde kuif, een kalme blik, een geplooid maar ook gehard , solide gelaat. Vermoeid is hij misschien, maar zeker niet kwetsbaar.
Wat het portret niet laat zien, is dat Dwoskin (1939), geboren in New York en in 1964 verhuisd naar Londen, in een rolstoel zit. Hij is door polio sinds zijn kindertijd verlamd aan zijn onderlichaam. Dat verklaart het een en ander over het genoemde schilderij, maar het is ook van grote invloed op de films die Dwoskin maakt.
Veel van Dwoskins films gaan over hemzelf. Het duidelijkst is in dat opzicht Trying To Kiss The Moon: An Autobiographical Film, een mengeling van oude thuisfilmpjes en -foto's, beelden uit zijn films, herinneringen, delen van brieven van en aan vrienden en familie, en schijnbaar losstaande beelden.
We zien Dwoskin in zijn jeugd in het ziekenhuis, maar polio wordt niet met name genoemd. Het gaat meer om het universele van zijn lichamelijke beperkingen, en bovenal om herinnering - beelden uit het verleden, het geheugen dat vaak bedrieglijk is, zijn ervaringen en die van anderen, die evenzeer invloed op zijn leven hebben.
Dat die beelden fragmentarisch zijn en niet als een soepel lopend, lineair verhaal worden gepresenteerd, moet voor Dwoskin vanzelfsprekend zijn. Het geheugen draait geen gelikte film met een keurig begin, midden en eind af, maar een makkelijk van nu naar gisteren, tien jaar geleden, of een moment uit de zomer van 1975 schietende, eigengereide projectie.
Uit zijn andere films komt het beeld naar voren van iemand die niet zozeer actief deelneemt, maar vooral observeert, en geboeid is door het verlangen om te kijken en/of bekeken te worden.
Zijn eerste film, het vier minuten korte Asleep (1961), observeert de voeten van een vrouw in haar slaap. In de korte film Girl (1975, 30 minuten) kijkt een meisje stilzwijgend naar de camera, waardoor de kijker als vanzelf van alles op haar gaat projecteren. Some Friends (Apart) uit 2002 gaat over hoe vrienden naar elkaar kijken en hoe die blik de relatie vormt.
In Behindert (Hindered) uit 1974 staat het gezichtspunt van Dwoskin zelf, als gehandicapte, centraal. Te zien is hoe hij zijn geliefde, Carola Regnier, dicht op de huid volgt, haar zijn liefde verklaart en over de frustraties van zijn lichamelijke beperkingen vertelt.
De films van Dwoskin - die in 1975 het invloedrijke boek Film Is over de geschiedenis van de avant-garde cinema publiceerde - zijn vanaf de eerste aflevering van het Rotterdams filmfestival regelmatig in Rotterdam vertoond. Naast een uitgebreid retrospectief is er dit jaar de wereldpremière van zijn nieuwe film Oblivion. Hopelijk komt ook de korte film Dear Frances (2003) aan bod, een liefdevol portret van wijlen Frances Turner (1965-2003), die een paar jaar daarvoor zo'n mooi portret van hem had geschilderd.