Ondanks Stone's aanhoudende Amerika-kritiek blijft hij volgens de presidentiële woordvoerder onderdeel van de 'grote Satan', zoals de Verenigde Staten sinds de Iraanse revolutie van wijlen ayatollah Khomeini bekend staan. Een paar dagen eerder leek het alsof Stone groen licht kreeg; als tegenprestatie moest een Iraanse filmmaker toestemming krijgen om een documentaire over president Bush te draaien.
Stone reageerde geprikkeld: 'Ik ben voor veel uitgemaakt, maar nooit voor grote Satan. Ik wens de Iraanse bevolking het beste en hoop dat hun ervaring met een onbekwame, orthodoxe president beter is dan de onze.'
In 2003 had Stone meer succes bij de Cubaanse leider Fidel Castro. Op basis van persoonlijke gesprekken maakte hij toen de documentaire Comandante . Ahmadinejad kreeg niet alleen vanwege zijn felle politiek Stone's aandacht, de president zoekt ook graag zelf de publiciteit - zo schrijft hij een eigen weblog in diverse talen.
Vanwege de politieke spanning tussen Iran en de Verenigde Staten bekritiseert de Iraanse overheid dikwijls Hollywoodfilms om hun anti-Iraanse sentiment. In 2004 was Stone's eigen Alexander mikpunt van kritiek (de Macedonische koning wordt er steevast 'de vervloekte' genoemd), dit jaar was er verontwaardiging over de verbeelding van moordlustige Perzen ('wilden zonder cultuur') in de Frank Miller-verfilming 300.