Citizen Kane, van de toen 25-jarige Orson Welles, gaat over de duistere kant van het Amerikaanse kapitaal, spannend en visueel innovatief verpakt in het verhaal van krantenmagnaat Kane.
De unieke Citizen Kane-Oscar heeft een roerig verleden. Na Welles' dood in 1985 werd aangenomen dat de Oscar zoek was, totdat ie plotseling opdook tijdens een Sotheby's veiling in 1994. Hij bleek al die tijd in het bezit te zijn geweest van een cameraman in Los Angeles, die hem van Welles had gekregen bij wijze van salaris.
Welles' jongste dochter Beatrice spande een zaak aan tegen Sotherby's en de cameraman en werd de rechtmatige eigenaar. Toen zij de Oscar zelf probeerde te verkopen, wilde de Academy daar juridisch een stokje voor steken, om te voorkomen dat Oscars op de commerciële markt belanden. Sinds 1950 zijn Oscarwinnaars die de prijs weigeren of die ervan af willen, verplicht het beeldje als eerste aan de Academy aan te bieden voor het symbolische bedrag van één dollar. Omdat de Citizen Kane-Oscar van voor 1950 stamt, won Beatrice de rechtszaak. In 2003 verkocht ze de Oscar aan een liefdadigheidsorganisatie in Los Angeles, die hem nu bij Sotheby's ter veiling aanbiedt.
De waarde van de Citizen Kane-Oscar is moeilijk in te schatten omdat er maar zelden zulke beeldjes, en dan nog wel van zulke beroemde werken, worden aangeboden. De laatste keer was in 1999, toen werd de Beste Film- Oscar van Gone with the Wind voor meer dan anderhalf miljoen dollar afgehamerd.