Van de Westelaken en
Buscemi presenteerden het manifest vorige week tijdens het Sarajevo Film
Festival, waar de Amerikaanse Interview in het hoofdprogramma draaide. Het duo
gaf bovendien een masterclass aan 75 Oost-Europese filmstudenten en vatten
tijdens die gelegenheid in tien punten samen wat volgens hen essentieel is voor
het maken van goede films:
Iedere film kan voor elk budget gemaakt
worden; Filmmakers mogen niet afhankelijk zijn van subsidieverstrekkers;
Als de financiering niet rond komt, moet een project rigoureus terzijde worden
geschoven; Een filmmaker moet zoveel mogelijk films maken (zie ook de regel
hierboven); Het acteerwerk moet in een filmproductie voorop staan, pas
daarna komt de techniek; Er moet digitaal gefilmd worden, niet op celluloid;
Er moeten zoveel mogelijk camera's worden ingezet; Geen enkele afdeling
maakt de dienst uit, het succes van de film is ieders verantwoordelijkheid;
Gelijkheid moet ook in de betaling van de cast en crew zichtbaar zijn. Het maken
van een film is een beroep, niemand werkt voor niets; Hoe hoog of laag het
budget ook is, er wordt altijd gezorgd voor de best mogelijke catering. Lekker
eten bevordert de sfeer en motivatie op de set.