Beste acteur werd Daniel Day-Lewis voor zijn vertolking van oliebaron Daniel Plainview in Paul Thomas Andersons There Will Be Blood. Julie Christie werd uitgeroepen tot beste actrice voor haar rol als Alzheimerpatiënte in Sarah Polley’s Away From Her.
De Golden Globe voor beste acteur in een musical of komedie ging naar Johnny Depp, voor zijn prestaties in de musical Sweeney Todd: The Demon Barber of Fleet Street. Deze filmbewerking van een Broadwaymusical door Tim Burton kreeg ook de Golden Globe voor beste musical. Beste actrice in een musical of komedie was Marion Cotillard, voor haar rol in La vie en rose, Olivier Dahans biopic over de Franse zangeres Edith Piaf.
Julian Schnabels The Diving Bell and the Butterfly, over de verlamde journalist Jean-Dominique Bauby was beste buitenlandse film, en Schnabel kreeg ook een Golden Globe voor beste regie.
Zoals aangekondigd was de bekendmaking van de winnaars van de Golden Globes een sobere aangelegenheid. Uit solidariteit met de stakende schrijvers boycotte ook de acteurs de ceremonie, waarna besloten werd de uitreiking bekend te maken in een persconferentie.