Xie Jin begon zijn carrière bij het toneel en stroomde eind jaren ’40 door naar de filmindustrie. In 1957 maakte hij zijn regiedebuut met Woman Basketball Player No. 5.
De regisseur verwierf vooral bekendheid met zijn politieke
melodrama’s, waarin sterke vrouwelijke karakters centraal stonden. The Women's
Red Army Detachment, een bewerking van het befaamde, revolutionaire ballet, werd
in 1961 tijdens de eerste editie van de Honderd Bloemen-Awards, de Chinese
publieksprijzen, verkozen tot beste film.
Een paar jaar later kreeg
zijn film The Two Sisters veel kritiek tijdens de Culturele Revolutie, omdat de
inhoud te burgerlijk zou zijn. Ook de enige comedy die hij ooit maakte, Big Li,
Little Li and Old Li, werd veroordeeld, omdat deze de arbeidersklasse
belachelijk zou maken. Xie werd tijdelijk onder huisarrest geplaatst, maar dat
weerhield hem er niet van zijn filmcarrière voort te zetten.
Maar
liefst zes decennia lang was hij als regisseur en producent actief in de Chinese
filmindustrie. In 1980 maakte hij met The Legend of Tianyun Mountain één van de
eerste films die de Culturele Revolutie veroordeelde. Net als Hibiscus Town en
The Opium War, won de film de Gouden Haan voor beste film van de China Film
Association.
Eind jaren ’90 werd Xie Jin in een enquête verkozen tot
de meest geliefde Chinese regisseur, voor Zhang Yimou. Recentelijk was hij nog
bezig met de voorbereidingen voor een korte film-project getiteld One-2008th,
samen met regisseurs als Chen Kaige en Tsui Hark.