Cardiff begon al eind jaren ’20 met zijn werk bij de film en hield hier niet
mee op tot een paar jaar voor zijn dood. Zijn oeuvre weerspiegelt dan ook de
filmgeschiedenis. Op 15-jarige leeftijd werkte hij als camera-assistent en
runner bij Britisch International Pictures, waar hij mee mocht helpen bij
Hitchcocks The Skin Game (1931). Cardiff werkte mee aan de overgang van de
stomme- naar de geluidsfilm. In de jaren dertig maakte hij de eerste Britse
Technicolor film, Wings of the Morning (Harold D. Schuster, 1937), waarna hij
nooit meer in zwart-wit draaide.
Na de Tweede Wereldoorlog was
Cardiff werkzaam als cameraman bij vele grote filmregisseurs. Hij werkte mee aan
A Matter of Life and Death (1946), Black Narcissus (1947) en The Red Shoes (
1948), van Michael Powell en Emerich Pressburger. Daarnaast deed hij het
camerawerk voor Under Capricorn (Alfred Hitchcock, 1949) en The Black Rose (
Orson Welles, 1950)
Ook regisseerde hij zelf films, waarvan Sons and
Lovers (1960), Young Cassidy (1965) en The Girl on a Motorcycle (1968) het
bekendst zijn.
In 2001 ontving Cardiff voor zijn oeuvre een
speciale Oscar, de Honory Award. In 1947 won hij een Oscar voor het camerawerk
voor de film Black Narcissus.
Regisseur en cameraman Jack Cardiff overleden
Pionier Technicolor film werd 94 jaar
De Britse regisseur en cameraman Jack Cardiff is woensdag op 94-jarige leeftijd overleden. Hij regisseerde het met Oscars bekroonde Sons and Lovers (1960) en deed de cinematografie van onder andere The African Queen (John Huston, 1951).