Alhoewel zijn films buiten Spanje minder bekend zijn dan van enkele
tijdgenoten, is zijn invloed op de Spaanse cinema groot geweest. Mede dankzij
zijn film
Esa pareja feliz (1953) werd een soort neorealisme geïntroduceerd in de
Spaanse film.
In de jaren 60 regisseerde Berlanga de meesterwerken
Placido (1961) en
El verdugo (1963). Beide films begonnen een stijl van Spaanse filmkomedie
die vandaag de dag nog steeds aanwezig is.
Placido en El verdugo
mochten dan grote successen zijn en Berlanga stevig hebben neergezet als auteur
, het zorgde er in het Spanje van Franco ook voor dat Belanga in de problemen
met het regime kwam. Scènes uit zijn films werden zelf besproken in het
parlement en Franco noemde hem een ‘Slechte Spanjaard’.
Ook na de
dood van Franco in 1975 bleef Berlanga een doorn in het oog van de heersende
klasse. Zo maakte hij de Nationale Trilogie:
La escopeta nacional (1978),
Patrimonio nacional (1981) en
Nacional III (1982), waarin hij afrekende met de toenemende decadentie in de
bovenlaag van de Spaanse samenleving.
In 1985 maakte hij zijn
laatste grote film
La vaquilla over de Spaanse burgeroorlog en de zinloosheid van oorlog in het
algemeen.
13 November overleed Berlanga aan de gevolgen van
Alzheimer.
Pedro Almodovar reageerde in de krant El Mundo: 'Het verlies van de ware
vader van de Spaanse cinema, geen enkele Spaanse regisseur heeft zijn invloed
kunnen ontwijken.'
De Spaanse cineast Luis Garcia Berlanga, is op 89 jarige leeftijd in Madrid overleden.