De afgelopen decennia groeide het marktaandeel van de Nederlandse speelfilm
en documentaire van 0,8% in 1994 tot maar liefst 16% in 2010. Meer dan 31
miljoen mensen zagen een Nederlandse film alleen al in de bioscoop en op
televisie. Een groot aantal films werd geselecteerd voor prestigieuze festivals
. Ruim 1 miljoen mensen bezochten een filmfestival in Nederland. Tussen 2006 en
2009 kwam zelfs 41% van de totale toename van de bioscoopomzet voor rekening van
Nederlandse films. De reputatie van de Nederlandse kinderfilm reikt tot ver
over de grenzen. Ook de documentaire en animatiefilm van eigen bodem staan
internationaal hoog aangeschreven, zo schrijven de producenten.
Volgens de filmproducenten is het succes van de Nederlandse film voor een groot
deel te danken aan financiële ondersteuning van de overheid. De Nederlandse
Fonds voor de Film is niet de grootste financier van film, maar speelt wel vaak
een doorslaggevende rol bij het werven van privaat geld. Groei en versterking
van de internationale positie van de Nederlandse filmcultuur vraagt om
investeringen en niet om bezuinigingen, aldus de producenten.
'In
tijden van economische recessie zijn bezuinigingen onvermijdelijk, maar het is
navrant te moeten vaststellen dat de Raad een bezuiniging bepleit die het land
meer geld gaat kosten, dan dat het zal opleveren' stelt onder andere
Marc van Warmerdam, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van
Speelfilmproducenten (NVS), in de brief.
Volgens de groep filmmakers
, bestaande uit, naast Verhoeven, Koolhoven,
Urszula Antoniak,
Alex van Warmerdam en
Jean van de Velde, getuigt de voorgestelde kortingen op de Nederlandse film
'van een laag zelfbeeld van een overheid die juist in de afgelopen jaren een
succesvolle richting aangaf.'
In een brandbrief aan staatssecretaris Halbe Zijlstra van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap roepen Nederlandse filmproducenten de regering op het advies van de Raad voor Cultuur naast zich neer te leggen. Ze zijn bang dat de aangekondigde bezuinigingen op het Nederlandse Fonds voor de Film 'de productie van speelfilms, documentaires, animatiefilms en experimentele films zal raken.' Ook vijf Nederlandse filmmakers, waaronder Paul Verhoeven en Martin Koolhoven, uiten zich publiekelijk. In een tweede brief zeggen ze: 'Een korting op filmsubsidie betekent niet alleen veel minder Nederlandse films, maar op termijn onherroepelijk een korting op kwaliteit, een verlies aan publiek, en een terugval naar de "donkere jaren ’80 en '90" waarin het marktaandeel van de Nederlandse films zich tussen de 0,8 en 3 procent bewoog.'