Dat Claire Danes de prijs kreeg voor beste actrice is niet heel verrassend,
maar dat Damian Lewis in de categorie beste acteur won van Bryan Cranston (die
hem al drie keer eerder mocht meenemen), geldt voor velen als hét schandaal van
deze Emmys. Toch is het wel terecht dat Lewis won. Als je de drie beste
mannenrollen van nu op een rij zet, Jon Hamm uit Mad Men, Bryan Cranston uit
Breaking Bad en Lewis, dan springt Lewis er op één punt echt bovenuit: de
hoeveelheid energie en concentratie waarmee hij zijn rol, je zou bijna zeggen ‘
aanvalt’. Het enorme reservoir aan ingehouden spanning waarover hij beschikt is
imponerend en maakt hem inderdaad tot een heel interessante acteur. Lewis zet
wel wat neer. Van ons mag ‘ie hem hebben.
Door de Emmy te winnen
voor beste dramaserie maakt nieuwkomer Homeland een eind aan de hegemonie van
Mad Men, die hem vier jaar achter elkaar won. Toch had niet Homeland maar
Breaking Bad de prijs moeten winnen, want dat is toch echt de beste serie van
dit moment. Het afgelopen seizoen liet zich bekijken als één lang hoogtepunt.
Onze verklaring voor de beslissing: de thematiek, leraar verandert van good guy
die rare dingen doet omdat hij het beste wil voor z’n gezin (wat goed paste in
deze crisistijd) in een rechttoe- rechtaan bad guy, ligt wat gevoelig.
Walt’s transformatie, en dat moeten we de jury dan nageven, van gemankeerde leraar tot drugsbaron is in feite een nogal eendimensionaal gegeven, vergeleken met de gelaagde thematiek van Homeland (loyaliteit in de wereld post 9/11) en de vorige winnaar Mad Men (de worsteling van de moderne mens met bestaande rolpatronen).