Het Mediafonds, dat is opgericht in 1988, bevordert de ontwikkeling en productie van artistiek hoogwaardige programma's van publieke landelijke en regionale omroepen. Volgens directeur Hans Maarten van den Brink heeft de opheffing van het Mediafonds zowel voor dramaproducenten als voor documentairemakers grote impact.
Jaarlijks spendeert het fonds de helft van zijn budget, 8 miljoen euro, aan documentaires. Door deze maatregelen, na de al eerder doorgevoerde bezuinigingen bij het Filmfonds, verdwijnt 80% van het fondsenbudget voor documentaires. In een interview met de Filmkrant zegt Van den Brink dat hij naast het omvallen van productiebedrijfjes een enorme toename van werkloosheid onder documentairemakers voorziet.
Ook Cees van ’t Hullenaar, zakelijk directeur van documentairefestival IDFA, heeft ontsteld gereageerd op het nieuws. ‘Het zou een kaalslag zijn,’ zegt hij in een reactie aan het ANP. ‘We worden hierdoor overvallen en weten niet of er alternatieven zijn. Maar als de gelden van het fonds helemaal wegvallen, zijn de gevolgen voor kwaliteitsprogramma's op festivals als IDFA en de omroepen enorm.’
De maatregel snijdt ook in de financiering voor TV-producties. Nationaal en internationaal geprezen dramaseries als A’dam en Eva, Overspel, Penoza en Lijn 32 hadden zonder fondssteun niet gerealiseerd kunnen worden. Ook projecten waarin jonge en beginnende speelfilm- en televisiemakers via het Mediafonds en het Filmfonds gestimuleerd worden, zoals One Night Stand en Kort!, zullen verdwijnen.
Doordat er naast de bezuinigingen in de sector ook niet meer in talentontwikkeling geïnvesteerd wordt, voorziet Filmfondsdirecteur Doreen Boonekamp in een interview met de Filmkrant dat ‘de hele basis onder de filmsector wegvalt.’ Een speelfilm als Kauwboy, het regiedebuut van Boudewijn Koole, had zonder fondssteun niet gerealiseerd kunnen worden. Met het snijden in het Mediafonds zal dan ook de productie van de Nederlandse speelfilm te lijden krijgen onder de maatregel in het regeerakkoord.